Amsterdams accent
Het Cappadocisch trok zo'n dertien jaar geleden Janses belangstelling. Voor zijn proefschrift had hij onderzoek gedaan naar de geschiedenis van Griekse woordjes die vergelijkbaar zijn met Nederlandse woordjes als 'm, 'r en 't - taalkundigen spreken van ‘clitica’. Terwijl deze woordjes drieduizend jaar geleden bij de dichter Homeros nog op ongeveer elke plaats in de zin konden staan, raakten ze in de loop van de tijd steeds meer aan het werkwoord gehecht.
Het was Janse opgevallen dat de clitica in sommige dialecten vlak vóór het werkwoord stonden, en in andere erachter. Terwijl hij bezig was een overzicht te maken van deze verschillen, stuitte hij op een oude grammatica van het Cappadocisch - een taal die door Griekse taalkundigen nauwelijks nog bestudeerd werd. Janse wierp zich erop en geldt inmiddels internationaal als dé expert op dit gebied. ‘Grieken vinden het erg interessant als iemand met blauwe ogen en blond haar zo veel van hun geschiedenis blijkt af te weten.’
Deze zomer trok Janse samen met een collega van de universiteit van Patras, Dimitris Papazachariou, naar een van de Cappadocische dorpjes in Griekenland waar naar verluidt nog sprekers zouden wonen. Ze troffen er een drieënnegentigjarige man aan. ‘Hij was zo breekbaar’, zegt Janse, ‘dat ik bang was dat hij in elkaar zou zakken voor we onze opnameapparatuur konden installeren.’ De man bleek nog wel wat Cappadocische woorden te kennen, maar zelf hele zinnen in de oude taal maken lukte hem helaas niet meer.
Het bleek zelfs makkelijker om een heel andere taal terug te vinden in dit afgelegen dorpje. ‘Er kwam een Griek naar me toe die met een Amsterdams accent aan me vroeg of ik Nederlands sprak. Die man had enkele jaren in Nederland gewoond.’
Gelukkig vonden Janse en Papazachariou uiteindelijk een aantal jongere sprekers, onder wie een eenenvijftigjarige verpleegkundige, die zelfs zeer trots bleek te zijn op de taal. ‘Terwijl de oudere generaties er alles aan deden om hun taal zo snel mogelijk te vergeten, zijn de jongere veel meer geïnteresseerd in waar ze vandaan komen. Ze reizen bijvoorbeeld in groten getale naar Cappadocië, waar ze soms zelfs kennismaken met de oude buren van hun overgrootouders.’