Slaap
Nu blijkt er iets opmerkelijks. Onder de medeklinkers zijn bij Lucebert onder andere de n, m en v favoriet - dat zijn klanken die je gemakkelijk lang aan kunt houden: [mmmmm]. Medeklinkers die je niet zo makkelijk lang kunt aanhouden, zoals de p en de k, komen bij Lucebert juist minder voor dan in de dagelijkse omgangstaal. Bij klinkers zien we het omgekeerde: relatief korte klinkers als [è] en [ò] (van Let en lot) gebruikt de dichter vaker, en relatief lange klinkers als [oo] en [aa] (van loot en laat) minder vaak. Rekenkundig lijkt Lucebert dus inderdaad te streven naar langere medeklinkers en kortere klinkers.
Ook de opnamen zelf kunnen we preciezer bekijken. Op internet zijn computerprogramma's te vinden waarmee wetenschappers spraaksignalen bestuderen. Het woord slaap, uitgesproken door een vrouw van 28, ziet er bijvoorbeeld zo uit als het in zo'n programma geanalyseerd wordt:
De golfvorm bovenaan geeft de relatieve luidheid aan; eronder is het woord verdeeld in de vier klanken s, l, aa en p. Duidelijk is te zien dat de klinker aa veel luider is dan de overige klanken. Verder duren de s, de aa en de p alle drie ongeveer even lang, en is de l een stuk korter dan de andere klanken.
Op de cd Herfst der muziek staan drie opnamen van het gedicht ‘er is alles in de wereld het is alles’. Lucebert heeft dat gedicht in de jaren tachtig twee keer in de studio opgenomen en een keer op een podium. Het eerste wat opvalt bij het meten van de relatieve lengtes, is hoe consequent hij in zijn voordracht was. Wie op een podium voor een zaal met mensen staat, spreekt vanzelf wat langzamer dan wie alleen voor een studiomicrofoon zit, en daarin was Lucebert geen uitzondering. Maar de versnellingen en de vertragingen die de dichter in zijn spraak aanbracht, waren steeds tot in detail hetzelfde.
Die opnamen kunnen we ook weer in de computer stoppen om het geluidssignaal te bekijken. Het laatste woord van het gedicht luidt slaap en ziet er voor een van de opnamen zo uit:
Ineens is het niet meer de aa-klank die het luidst is: de meter slaat veel verder uit bij de s. Bovendien duren de s en de p een stuk langer dan de klinker, die zelfs nauwelijks langer is dan de l. Het aandeel van de medeklinkers is in dit woord dus veel groter dan in het ‘gewone’ Nederlands. Wat, tot slot, ook nog opvalt, is dat in de grafiek bovenin bij Lucebert aan het eind van de p een duidelijkere uitslag te zien is: ook de slotklank laat hij duidelijk horen.