Iktionaire
De pers zijn
Jan Kuitenbrouwer
Op het D66-congres dat de coalitie redde trad een jonge spreker naar voren. Hij was nerveus, dat zag je. ‘En daarom’, sprak hij op een gegeven moment, ‘wilt ik aandacht voor het volgende.’
Overal televisiecamera's, een belangrijke bijeenkomst en dan van zo'n ‘intellectuele’ partij: een klassieke situatie voor hypercorrecties. Er was ook een D66-jongere op televisie die wilde zeggen dat hij het Paasakkoord geen ‘existentiële crisis’ waard vond, maar halverwege de uitspraak van dat moeilijke woord ontspoorde.
‘Al onze kinderen zitten op hokje.’
‘O leuk. Gaan jullie het huis nog verhouden?’
De angst voor fouten als oorzaak van fouten. Het is ‘wesp’, geen ‘weps’, en dus zeggen brave kinderen, liggend in het gras: ‘Kijk, een rusp.’ Met als en dan zie je het ook steeds vaker. Achter op de krant, een boterproduct dat ‘evenveel calorieën bevat dan halvarine’.
Een hypercorrectie is een tragedie verpakt in één woord. Het mooist, want meest tragisch, is de hypercorrectie waarbij de fout uit angst waarvoor de fout gemaakt wordt, helemaal geen fout ís. Een tegenligger komt recht op je af, je wisselt van baan maar er komt opnieuw een auto op je af, want de eerste was een spookrijder.
Jaap de Groot, eerste voetballoog van De Telegraaf, schrijft: ‘De confrontatie tussen de gerestylde topclubs was vooraf voorspelbaar opgeklopt. De Britse media had de stoere teksten van José Mourinho over zijn collega Frank Rijkaard al flink uitvergroot, de Spaanse pers gooiden daar vermenigvuldigingsfactor 20 overheen.’
‘Wacht even,’ dacht de schrijver, ‘pers, media, hoe zat het ook alweer, daar was iets mee. Iets met enkel- en meervoud of zo. (Pauze) O ja, ik weet het weer: “de media ís” en “de pers zíjn”, dat was het.’
Het resultaat is ‘onnavolgbaar’, zowel volgens J.H. van Dale (‘te uitstekend of niet vatbaar om nagevolgd, om geëvenaard te kunnen worden’) als volgens zijn hedenlandse collega J.P. Balkenende, die dat woord vorige maand introduceerde als eufemisme voor ‘fout’.
Maar laten we eerlijk zijn: de sport is wat dit betreft een lastige sector. Er komt een half leger het veld op gelopen en toch is het ‘de’ ploeg. Je ziet elf mannen in het gelid staan, maar je moet ‘het’ elftal zeggen. Probeer dat allemaal maar eens te onthouden!
Enig begrip is hier dus op hun plaats.