Spaan
Dood
Henk Spaan
Ik zette de radio aan op de ochtend na het overlijden van prins Bernhard en hoorde onze premier iets zeggen over de prins en diens ‘betrokkenheid op anderen’. Meteen de radio uitgerost. De met dit soort grammaticale rampspoed en clichés doorspekte moderne bijbeltaal van de Zeeuwse babbelaar is niet meer te verdragen.
Een andere onverdraaglijkheid is de term daar waar, vooral gebruikt in de sportverslaggeving.
‘Daar waar Van der Vaart het vorig seizoen nog onmogelijke doelpunten maakte, bakt hij er nu weinig van.’ Grootste lijders aan de daar waar-ziekte zijn Evert ten Napel en zijn kloon Jeroen Grueter. Daar waar rukt op als de dood. Er is niets tegen te doen. We kunnen alleen maar berusten.
Het aller-, álleronverdraaglijkst en onvergefelijkst is de taal van diskjockeys. Ik hoef er niet over uit te weiden. Dat een van hen, Jeroen van Inkel, begin december op zoek ging naar ‘het mooiste woord’ in de Nederlandse taal, is de gotspe van het jaar, zou ik zeggen als gotspe niet zo'n lelijk woord was. De brutalen hebben de halve wereld.
Jeroen van Inkel ‘nomineerde’ in zijn wijsheid tien woorden. Zeven van de nominaties kunnen als niet doordacht naar de prullenbak: geboorte, liefde, geborgenheid, respect, saamhorigheid, god en stigmatiseren. Hier heerst de betekenis over een onbeduidende vorm.
Blijven over: naastenliefde, oranjelegioen en desalniettemin. Het laatste woord zal wel kwaliteiten hebben: het kwam vorig jaar april in een verkiezing door Onze Taal als eerste uit de bus. De eerste twee gáán. Oranjelegioen is qua vorm verre de meerdere van god, en naastenliefde heeft in elk geval meer te bieden dan liefde, dat uiteindelijk de winnaar werd.
Volgens de Volkskrant is vrijen het mooiste woord. Dit is zó Nijmeegs! Ze bedoelen ‘neuken’ en ze zeggen ‘vrijen’. Het roomse geloof mag zijn beste tijd hebben gehad, de hypocrisie bloeit als nooit tevoren.
Zonder criteria en definities blijft het moeilijk zoeken naar het mooiste woord.
Mother, het mooiste Engelse woord volgens niet-Engelstaligen, heeft in elk geval ook een zekere abstractie. De Duitse kampioen Habseligkeiten is op zijn hoogst curieus. Habseligkeiten zijn ‘dierbare maar armzalige bezittingen’.
Ik vind, uit mijn hoofd, dit mooie woorden: moslima, baardschimmel, verhapstukken, schoenpoetser en pisfles. In een verkiezing zijn ze kansloos bij ontstentenis van een emotionele component. Zonder meer zouden ze het afleggen tegen moedermelk, bosviooltje, lammetjespap, liefdeslied of spleen.
Erg te spreken ben ik ook over het rijtje wiebeltaks, zomerdiarree, kaasschaaf, vadermoordenaar en bibliotheekboek. Vooral het laatste woord heeft veel, zo niet alles.
Als winterwoord van 2004-2005 wil ik pleiten voor een oneindigheid die uit niet meer dan twee letters bestaat: dood. Helaas had Jeroen van Inkel de dood niet genomineerd.