Spaan
Hoer
Henk Spaan
Een van de talloze ‘vrienden van Van Gogh’, de journalist Max Pam, noemde zijn collega Elsbeth Etty in Het Parool van 6 november een hoer. Volgens Pam was zij te vaak op de televisie verschenen om commentaar te leveren op de moord op Van Gogh. Etty was een ‘mediahoer’, schreef Pam. Ik zou er als Etty niet van wakker liggen. Niet alleen nam ik Pam niet serieus - wie wel? - maar hoer is een scheldwoord voor de armen van geest. Sinds André van den Heuvel in De Weg, een dramaserie van de KRO uit de jaren tachtig, tegen zijn echtgenote Anne-Wil Blankers ‘vuile hoer!’ heeft geroepen, kent het woord, mits agressief uitgesproken, alleen nog een komische lading. Ook zij die het roepen, van Max Pam tot halve voetbalstadions, werken op de lachspieren. Het is alsof ze creatief zo tekortschieten, dat het spugend uitgesproken hoer hun laatste toevlucht tot kwetsen is. Het zijn ook altijd mannen die met dit verbale brevet van onvermogen denken iets heel ergs uit te drukken. Alsof er zonder hoerenlopers hoeren zouden zijn. Misschien is het zelfhaat die de hoerroepers kwelt.
Kijkend naar Spaanssprekende voetballers kun je zien hoe weinig betekenis het woord hoer nog heeft. Ik zeg opzettelijk: ‘kijkend’. Geen term is zo gemakkelijk te lezen als hijo de puta, of simpel puta. Het zit hem in de met de lippen gevormde medeklinker.
Na een slechte pass zie je ‘hijo de puta’, een bal op de lat is een vette ‘hijo de puta’, een late tackle is ‘hijo de puta’, plotselinge regen is ‘hijo de puta’ en een foute beslissing van de scheidsrechter is een afgewend ‘hijo de puta’. Nooit ‘hijo de puta’ tégen de scheidsrechter zeggen. Dat is meteen rood, zoals Johan Cruijff kan beamen. Zelfs wanneer de moeder van de scheidsrechter hoogleraar in de filosofie is, of dwarsfluitiste, of schaapsherderin, is de gemiddelde scheidsrechter overgevoelig voor het feitelijk onjuiste ‘hoerenzoon’. Ik kan me voorstellen dat de enige scheidsrechter die er niet voor fluit, de zoon van een hoer is.
Hijo de puta is net zoiets als tering. Een slechte bal is een ‘teringbal’ of kortweg: ‘tering!’ Ook hier geldt: nooit ‘teringlijder’ tegen de scheidsrechter zeggen. Ook als hij kerngezond is, verdraagt hij de verkeerde diagnose meestal niet.
Het is mij een raadsel waarom de yell ‘Temmink is de hoer van PSV’ tot de kwetsende spreekkoren wordt gerekend. Het is een inhoudelijk onzinnige mededeling.
Laten we hem negeren. Laten we ons ervan bewust zijn dat De Weg, mede dankzij en waarschijnlijk vooral dóór het ‘vuile hoer!’ van André van den Heuvel, in 1983 de Televizierring heeft gewonnen.
In het licht van de actualiteit is een scheldwoord van Max Pam, of het spreekkoor in een stadion, het laatste waarover we ons druk hoeven te maken.