Taalvirtuozen
Enigszins verrassend is misschien dat de taalvirtuozen het beter doen dan de taalvoorvechters. Als we de laatste stemmen voor de bijbelvertalers, die met hun hoge aantal elke vergelijking scheerbekken, even buiten beschouwing laten en gemakshalve uitgaan van de stand van zaken op 23 september, dan zien we dat de taalvoorvechters gemiddeld 13 stemmen halen en de taalvirtuozen 16 (de taalgeleerden halen er 7). Dat kan betekenen dat de kiezers het idee hebben dat de taal meer wordt gevormd door navolging van de mooie voorbeelden dan door gerichte actie. Of de virtuozen zijn door hun prestaties en in het oog springende persoonlijkheden nu eenmaal populairder dan hun meer serieuze tegenstrevers.
Het opmerkelijkst vonden wij echter de ‘anonimiteit’ van de toppers. Wie de vertalers van de bijbel nu precies waren, weet volgens ons bijna niemand. Ook de hoge positie van degene (m/v) die ‘hebban olla vogala’ schreef (een zevende plaats met 24 stemmen) is niet uit een persoonlijke bekendheid te verklaren. Uit de lijst blijkt dat per categorie de groepen of duo's beter scoren dan de eenlingen. De Statenvertalers beter dan Stevin, Van Kooten en De Bie beter dan Toonder, De Vries en Te Winkel beter dan Paardekooper (Van Dale is de uitzondering). Doe maar en Normaal scoren hoger dan Peter Koelewijn en Pierre Kartner. Is dat toeval?
Het is bekend dat grote taalveranderingen bijna nooit op individuele personen zijn terug te voeren, hoogstens op bevolkingsgroepen. Zo bestaat onder taalwetenschappers de theorie dat de opmars van het persoonlijk voornaamwoord hun (als in hun hebben gelijk) terug te voeren is op Gelderse jonge vrouwen die aan het einde van de negentiende eeuw massaal in de Randstad aangesteld werden als dienstbode. Doordat zij met de opvoeding van de kinderen belast werden, oefenden ze een grote invloed uit op de taal van de volgende generatie.
De uitslag van onze verkiezing is hiermee geheel in overeenstemming. Het zijn niet de individuele personen die de grootste invloed op de taal uitoefenen, maar de groepen. De kiezers, met andere woorden, hebben gelijk: de taal maken we met z'n allen.