Te verschijnen
?Ook in Onze Taal ben ik al een paar keer de constructie ‘het binnenkort te verschijnen boek’ tegengekomen. Maar die is toch eigenlijk fout?
!Voor taalgevoelige taalgebruikers is er iets mis met deze constructie, maar ze hoeft niet (meer) te worden afgekeurd.
De combinatie ‘te + heel werkwoord (infinitief) + zelfstandig naamwoord’ komt vaak voor in het Nederlands: een te beklimmen berg, te beantwoorden vragen, de te versieren kerstboom. Een voorwaarde is wel dat het werkwoord overgankelijk is, dat wil zeggen dat het een lijdend voorwerp (berg, vragen, kerstboom, etc.) bij zich kan hebben.
Hoe weet je nu of dat het geval is? Daarvoor bestaat een ezelsbruggetje. De woordgroep moet als volgt kunnen worden omgezet: een te beklimmen berg - een berg die beklommen moet worden; te beantwoorden vragen - vragen die beantwoord moeten worden; etc. Lukt dat niet, dan hebben we met een onovergankelijk werkwoord te maken. En dat is het geval bij verschijnen: een boek dat verschenen moet worden is niet mogelijk.
Toch voorziet de woordgroep te verschijnen kennelijk in een behoefte, want hij komt in de praktijk erg vaak voor. En hij bestaat al lang: in 1947 besteedde Onze Taal er al aandacht aan, en in het Woordenboek der Nederlandsche Taal is een citaat uit 1686 te vinden waarin dit te verschijnen voorkomt: ‘Alle de huur (...) soo [= zowel] verschenen als noch te verschijnen moeten betaelt werden (...).’ De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS) waarschuwt in de druk van 1984 nog dat een te verschijnen boek niet voor iedereen acceptabel Nederlands is, maar in 1997 is daaraan toegevoegd: ‘Er hoeft echter geen bezwaar tegen gemaakt te worden.’