‘Wij hoeven niet altijd een mening te verkondigen’
De nieuwe algemeen secretaris over de Taalunie
Marc van Oostendorp
Begin november is Linde van den Bosch begonnen als algemeen secretaris van de Nederlandse Taalunie. Wat is zij van plan? En wat vindt ze van de kritiek op de organisatie?
Tot en met eind oktober werkte Linde van den Bosch (1962) bij de Citogroep, die verantwoordelijk is voor bijna alle schooltoetsen en schriftelijke eindexamens in Nederland. Ze was er ‘manager’ van een ‘unit’. ‘Ik heb die woorden niet zelf bedacht’, verontschuldigt ze zich. Toch spreekt Van den Bosch een modern Nederlands. ‘We moeten werken aan een stukje taalbeleving’, zegt ze bijvoorbeeld. En: ‘Ik voel me thuis in de politiek-bestuurlijke omgeving van de Nederlandse Taalunie.’ Bij die Taalunie is Van den Bosch 1 november begonnen als algemeen secretaris, waar ze Koen Jaspaert opvolgt, die de functie zes jaar vervulde.
Linde van den Bosch, de nieuwe algemeen secretaris van de Taalunie: ‘Het succes van anderen kan ook ons succes zijn.’
Foto: Bart van Hattem
Van den Bosch studeerde taal- en literatuurwetenschap in Tilburg en onderwijskunde in Utrecht. ‘Die combinatie is belangrijk’, vindt ze. ‘Iedereen heeft in zijn leven met het onderwijs te maken, en zonder aandacht voor de taal is er geen goed onderwijs mogelijk.’ Uit die overtuiging werkte ze eerst een aantal jaar bij de Citogroep, daarna, van 1993 tot eind 1997, bij de Taalunie, vervolgens bij de onderwijsinspectie, daarna weer bij het Cito, en nu dus weer bij de Taalunie. ‘Alle goede dingen komen in tweeën’, zegt ze laconiek.
Hoewel haar belangstelling vooral uitgaat naar het onderwijs, benadrukt ze dat ze de andere beleidsterreinen zeker niet wil verwaarlozen. ‘Op het gebied van het Europese taalbeleid, het onderwijs Nederlands aan buitenlandse universiteiten en hogescholen, en de ontwikkeling van het Nederlands in de taal- en spraaktechnologie is de afgelopen jaren veel belangrijk werk verzet.’