goede wil” zijn, want dat staat er in het Latijn.’ En inderdaad, daar staat: ‘Et in terra pax hominibus bonae voluntatis’ - en je hoefde niet eens goed Latijn te kennen om dit te kunnen vertalen; met een beetje Frans (dat je toen op de lagere school al leerde) kwam je een heel eind.
Hugo Metsers als Thijs Glorieus, in de tv-serie Een mens van goede wil, jaren zeventig, naar de roman van Gerard Walschap.
Maar die Latijnse evangelietekst is ook maar een vertaling, want de evangelies zijn geschreven in het Grieks. In het Grieks staat op de plaats waar het Latijn ‘bonae voluntatis’ heeft, één woord; in sommige handschriften in de nominatief (onderwerpsvorm), in andere in de genitief (bezitsvorm), respectievelijk eudokia en eudokias. Dit naamvalsverschil is de oorzaak van het verschil in constructie tussen de Statenvertaling en de vertaling van het NBG uit 1951. De Statenvertalers hebben kennelijk een Grieks handschrift gebruikt met de vorm eudokia, de NBG'ers kozen voor eudokias. De Latijnse vertaler - Hiëronymus (ca. 347-419), zijn vertaling staat bekend als ‘de Vulgaat’ - gebruikte blijkbaar ook een handschrift met een genitief, maar hij vertaalde het woord eudokia anders.
Volgens mijn oude Griekse schoolwoordenboek betekent eudokia: ‘1. welbehagen. - 2. goede bedoeling. - 3 besluit.’ Welbehagen staat dus voorop, en waarschijnlijk niet zonder reden. De in katholieke kringen gezaghebbende Bible de Jérusalem (1955) zegt in een voetnoot bij Lucas 2:14 (ik vertaal uit het Frans): ‘De gangbare vertaling: “vrede aan de mensen van goede wil”, gebaseerd op de Vulgaat, geeft niet de gebruikelijke betekenis van de Griekse term weer.’