Overlegmarathon
Bij de klassieke Olympische Spelen speelde het nog geen rol, maar in de moderne Olympische Spelen werd het als atletiekonderdeel opgenomen: de marathon. De naam van deze loopwedstrijd is ontleend aan het plaatsje Marathon, hemelsbreed op zo'n 40 kilometer afstand van Athene. Volgens de overlevering zou in 490 voor Christus een Griekse soldaat in één ruk van Marathon naar Athene zijn gerend met de blijde boodschap dat Athene de strijd tegen de Perzen had gewonnen. Eenmaal in Athene wist de soldaat zijn boodschap nog net uit te brengen, maar hij stierf vervolgens ter plekke aan een zonnesteek.
In 1908 werd ter gelegenheid van de Olympische Spelen in Engeland bepaald dat de marathon niet 40 maar 42 kilometer en 195 meter lang moest worden. De Engelse koning wilde namelijk graag dat er vlak voor zijn paleis gefinisht zou worden. Sindsdien is 42.195 meter de officiële lengte van de marathon.
Hoewel er in de eerste helft van de twintigste eeuw heel wat marathons gelopen moeten zijn, duurde het tot aan 1961 voordat het woord marathon in Van Dale werd opgenomen (de wat sportievere Koenen vermeldde het woord al eerder). Maar sindsdien is het liefderijk omarmd door onze moedertaalsprekers en opgestoten in onze taal, vooral als eerste of laatste woorddeel van sportieve of minder sportieve samenstellingen. Behalve de marathonloop kan men zich tegenwoordig namelijk ook vermoeien met marathondansen, marathonkanoën, marathonschaatsen, marathonwandelen en marathonzwemmen, en dat doet men dan op een dansmarathon, een schaatsmarathon, een wandelmarathon, enzovoort. Maar wat misschien nog ongezonder is, zijn marathonvergaderingen en overlegmarathons. Met zo'n marathonsessie kom je immers gewoonlijk geen steek verder. Maar om positief te eindigen: marathons kunnen ook heel aangenaam zijn. Denk maar aan een filmmarathon of een Bachmarathon