| |
| |
| |
Wichser, klootzak, cabrón
Schelden in Duitsland, Nederland en Spanje
Jan Pieter van Oudenhoven, Boele de Raad en Merle Hofstede - Rijksuniversiteit Groningen
Schelden is een cultuurgebonden aangelegenheid. Met hoerenjong jaag je iemand uit mediterrane landen hoog de gordijnen in, terwijl je een Duitser juist flink raakt door zijn seksuele prestaties ter discussie te stellen. Hoe zit dat precies met het scheldgedrag? Een onderzoek in drie Europese landen.
‘Voetbal is oorlog’, heeft Rinus Michel ons geleerd. Binnenkort is het weer een aantal weken oorlog, als in Portugal het Europees Kampioenschap voetbal wordt gespeeld. Een belangrijk wapen in die voetbaloorlog is schelden. Vergeleken met de elleboogstoot, de tackle van achteren of de sliding op de enkels lijkt schelden een betrekkelijk onschuldig middel, maar de uitwerking ervan moet niet worden onderschat. Toen Johan Cruijff net bij FC Barcelona speelde, maakte hij de scheidsrechter uit voor ‘hijo de puta’ (‘hoerenzoon’) en kreeg meteen de zwaarste straf: rood. Schelden doet dus wel degelijk pijn, al zal Cruijff toen nog niet beseft hebben hoe hard zijn belediging precies aankwam. Hoerenzoon klinkt in het Nederlands immers bijna vermakelijk, maar in Spanje is het zo ongeveer heiligschennis om iemands moeder een hoer te noemen.
Het effect van schelden is dus cultuurgebonden. Hoe zit dat precies? We onderzochten de achtergrond van scheldwoorden in Duitsland, Nederland en Spanje - deze maand in Portugal alle drie geduchte tegenstanders van elkaar.
Nederland-Duitsland: ook op scheldgebied een botsing van culturen.
Foto: Marcel Antonisse/ANP
| |
Spontaan gedrag
Als we schelden, schilderen we de uit te schelden persoon meestal af als iemand die afwijkt van de norm, of als schender van belangrijke algemene waarden. Immers, als de waarden niet belangrijk waren of niet algemeen gedeeld werden, zouden de scheldwoorden geen effect hebben. Domkop bestaat omdat wijsheid en intelligentie belangrijke waarden zijn; evenzo verwijst leugenaar naar eerlijkheid als belangrijke waarde, slet naar kuisheid, mietje naar heteroseksualiteit, viespeuk naar hygiëne, pokkenlijer naar lichámelijke en gek naar gééstelijke gezondheid.
Scheldwoorden zijn een spiegel van de cultuur. Door scheldwoorden in verschillende landen te bestuderen, kunnen we te weten komen welke waarden in die landen belangrijk zijn. Extra handig daarbij is dat schelden tot op grote hoogte spontaan gedrag is. Bij wie scheldt, zijn de remmen even los; sociale wenselijkheid speelt nauwelijks een rol, want de bedoeling van schelden is juist om níét sociaal wenselijk te zijn. Vooral door dat ongeremde bieden scheldwoorden een tamelijk rechtstreeks inkijkje in de cultuur van een land.
Voor ons onderzoek benaderden we bijna 200 mannelijke studenten uit Duitsland, Spanje en Nederland - tussen de 60 en 70 per land - met het verzoek de eerste vijf scheldwoorden te noemen die hun bij een bepaalde situatie te binnen schoten. Bovendien vroegen we hun aan te geven hoe beledigend ze de woorden vonden. Het ging hierom:
Een man loopt je met veel kracht omver, en het lijkt er niet op dat het hem spijt. Je barst bijna uit elkaar van woede! Hij draait zich naar je om. Wat zeg je tegen deze man?
We hebben met opzet mannen gevraagd, omdat het taboe op schelden bij hen veel geringer is. Ze voldeden dan ook met plezier aan dit verzoek. Het resultaat was een lijst van ruim 900 verschillende woorden, waarvan er veel niet in de gewone woordenboeken terug te vinden zijn.
| |
Waarden
In eerste instantie wilden we nagaan of een viertal waarden waarvan we het vermoeden hadden dat ze van land tot land zouden verschillen, ook in scheldwoorden tot uitdrukking zouden komen. Het gaat om waarden die te maken hebben met familie-eer, maatschappelijk succes, mannelijke eer als echtgenoot, en
| |
| |
mannelijke eer op seksueel gebied. Waarom hebben we juist deze drie landen bekeken? Spanje is interessant omdat het vergeleken met Duitsland en Nederland een meer collectivistische cultuur heeft. In zo'n cultuur beledig je iemand wanneer je de groep waartoe hij behoort beledigt. In een collectivistische cultuur is iemand dan ook eerder gekwetst wanneer men zijn familie beledigt. In Spanje zullen naar verwachting meer scheldwoorden betrekking hebben op familie-eer.
Duitsland is gekozen omdat het - volgens Geert Hofstede, de bekendste onderzoeker van nationale culturen - een sterk masculiene cultuur heeft, wat onder andere tot uitdrukking komt in de waardering van maatschappelijk succes en het streven carrière te maken. Nederland geldt daarentegen als een feminiene cultuur, waarin goede relaties op het werk een belangrijkere rol spelen dan carrière maken. In een masculiene cultuur is het een belediging een mislukkeling te worden genoemd. In Duitsland zouden dan meer scheldwoorden op maatschappelijk succes betrekking moeten hebben.
Ten slotte is mannelijke eer in veel culturen een dominante waarde. Er zijn twee verschijningsvormen: een relationele, waarin de man door schaamte getroffen wordt wanneer zijn vrouw overspel pleegt, en een individuele, waarin de man zijn eer verliest als hij een seksuele prutser is. Relationeel tekortschieten zal in het collectivistische Spanje een bron van schaamte zijn, terwijl in Duitsland seksuele wanprestaties van de man eerder een reden tot schaamte zullen vormen.
Wat zijn de resultaten? Hieronder staan de vijf meest genoemde scheldwoorden per land weergegeven, met zo nodig de vertaling, en de frequentie.
Spanje |
Duitsland |
Nederland |
1. cabrón, ‘klootzak’ maar eigenlijk, ‘iemand die berust in het overspel van zijn vrouw’ (44) |
1. Idiot (39) |
1. klootzak (42) |
2. hijo de puta, ‘hoerenzoon’ (37) |
2. Wichser, ‘rukker’ (38) |
2. lul (29) |
3. gilipollas, ‘zak’ (23) |
3. Arschloch, ‘anus’ (37) |
3. eikel (26) |
4. subnormal, ‘abnormale’ (20) |
4. Penner, ‘zwerver’ (31) |
4. homo (18) |
5. imbécil (18) |
5. Arsch, ‘kont’ (20) |
5. teringlijer (17) |
We zien duidelijke verschillen tussen de drie landen, die onze verwachtingen lijken te bevestigen. Laten we de vier genoemde waarden eens onder de loep nemen. De aantallen vermeldingen zijn weergegeven in figuur 1.
| |
Familie en maatschappij
In het collectivistische Spanje blijkt de familie-eer inderdaad een flinke rol te spelen. Ook uit dit onderzoek blijkt dat je daar iemand flink beledigt door te suggereren dat diens moeder een hoer is (hijo de puta). Er zijn nog veel meer uitdrukkingen die overduidelijk op de familie gericht zijn, zoals me cago en tu padre (‘ik schijt op je vader’) of me cago en tus muertos (‘ik schijt op je overleden familieleden’). In Duitsland gebruikte men dergelijke woorden, zoals Hurensohn (16 keer), in veel minder gevallen, terwijl hoerenzoon in Nederland slechts één keer voorkwam.
Figuur 1. Scheldwoorden die verwijzen naar waarden
In Duitsland blijken er behoorlijk wat woorden te zijn die verwijzen naar maatschappelijk succes. Penner (‘zwerver’) bijvoorbeeld, maar dat is bepaald niet het enige. Depp (‘onnozele hals’) komt er voor, en Trottel (‘sukkel’) of Amateurnutte (‘amateursnol’). Met het laatste woord vertel je de ander dat die ‘zelfs als snol mislukt is’. In Nederland en Spanje zijn er beduidend minder woorden die maatschappelijke mislukking aangeven. Nederlandse voorbeelden zijn sukkel, pauper of prutser; Spaanse inútil (‘nietsnut’), capullo (‘groentje’) of payaso (‘clown’).
| |
Mannelijke eer
Het woord cabrón (‘iemand die berust in het overspel van zijn vrouw’) werd door de Spaanse studenten 44 keer genoemd, terwijl in Nederland geen enkele en in Duitsland slechts een enkele uitdrukking voorkwam die verwijst naar de eer van de man als echtgenoot.
In alle drie de landen komen vergelijkbare scheldwoorden voor die te maken hebben met de seksuele prestaties van de man. Kennelijk is heteroseksueel presteren een grensoverschrijdende waarde, maar de frequenties en de uitdrukkingen verschillen aanzienlijk. Duitsland spande de kroon met 61 woorden als Wichser (‘rukker’), Pisser (‘plasser’), Schwuchtel (‘flikker’) en Lutscher (‘pijper’). Daarna volgde Nederland met 22 woorden die allemaal naar homoseksualiteit verwijzen. Het woord homo kwam 18 keer voor en pisnicht 2 keer. In Spanje kwam slechts een tiental van dat soort uitdrukkingen voor, met maricón (‘flikker’) als de meest voorkomende.
| |
Taboewaarden
Dat de frequenties van de scheldwoorden duidelijk de waarden in de drie landen weerspiegelen, wordt nog duidelijker wanneer we de taboewaarden van de frequent gebruikte scheldwoorden erbij betrekken. Deze waarden geven aan hoe beledigend de gebruikers de woorden vonden. De laagste waarde was een 1; zo'n score geeft aan dat het om een vrij mild scheldwoord gaat, in Nederland bijvoorbeeld sufferd. De hoogst mogelijke waarde was een 5. Hijo de puta scoorde met 4,5 zeer hoog bij de Spanjaarden en is dus zeer beledigend. Voor de Duitsers had Wichser met 3,3 de hoogste taboewaarde, terwijl Penner een waarde van 2,3 had. In Nederland kwam het meest frequent gebruikte klootzak niet verder dan 2,9.
Behalve de bovengenoemde waardecategorieën kwamen in de drie landen een viertal andere categorieën met flinke regelmaat voor, die overigens ook weer van land tot land grote verschillen laten zien (zie figuur 2). Het gaat om verwijzingen naar zwak- | |
| |
zinnigheid, naar de anale regionen, naar genitaliën en naar ziekten. Spanje is koploper met woorden die naar zwakzinnigheid verwijzen. Veelgebruikte woorden zijn: subnormal, imbécil en idiota. Op de tweede plaats komt Duitsland met woorden als: Idiot, Blödmann (‘idioot’) en Spinner (‘gek’). In Nederland zijn mongool en idioot op dit gebied de meest gebruikte woorden. Een verklaring voor deze verschillen hebben we niet echt, anders dan dat het zou kunnen zijn dat in een collectivistische gemeenschap abnormaliteit als een grotere schande gezien wordt dan in de meer individualistisch ingestelde landen.
Illustratie: Matthijs Sluiter
| |
Anale zone
Verrassend is de populariteit van de anale zone bij het schelden in Duitsland - zie Arschloch (‘anus’), Arsch (‘kont’) en vele varianten met Arsch, zoals Affenarsch (‘apenkont’). Daarnaast komen nog enkele samengestelde woorden met Scheisse voor. In Nederland ontbreekt vrijwel elke verwijzing naar de anale zone, en hetzelfde geldt voor Spanje. De anale zone en excrementen vormen uiteraard de ultieme bedreiging voor mensen die op reinheid gesteld zijn. In de Duitse cultuur is ‘Reinheit’ inderdaad een bijzondere waarde. Reinheid en zuiverheid komen in Duitsland prominent naar voren in de filosofie, in de productie van bier (het fameuze ‘Reinheitsgebot’), het naturisme en de nadruk op zindelijkheid.
Een nog verrassender uitkomst is dat er in Nederland extreem vaak wordt verwezen naar het mannelijk geslachtsdeel (klootzak, lul en eikel), terwijl zulke scheldwoorden in Duitsland en Spanje nagenoeg ontbreken. Het is moeilijk hier een goede verklaring voor te geven. Zou Nederland aan een inhaalslag bezig zijn na lange tijden van preutsheid? Is het de erfenis van een calvinistische onderdrukking van seksualiteit? Wij zijn zeer geïnteresseerd in een goede culturele verklaring voor de populariteit in Nederland van genitaliën als scheldwoord en nodigen lezers dan ook van harte uit te reageren.
| |
Ziektescheldwoorden
Ten slotte is er de categorie ziektescheldwoorden, die alleen in Nederland enige betekenis heeft. Vooral teringlijer en kankerlijer zijn met enige frequentie genoemd. Bovendien hebben deze woorden in Nederland met 3,7 een flinke taboewaarde. In de literatuur over scheldwoorden wordt vaak melding gemaakt van verwijzingen naar ziekten als een populaire manier van schelden of verwensen. Deze scheldwoorden zijn waarschijnlijk voortgekomen uit een religieus klimaat waarin ziekten beschouwd werden als een straf van God. Hoewel nog vele woorden naar ziekten verwijzen, zoals tyfushoer, klerelijer (‘choleralijder’) en pokkenlijer, neemt het gebruik ervan af, misschien als gevolg van de toenemende medische en genetische kennis en de afnemende betekenis van de kerken.
Figuur 2. Overige scheldwoorden
We hebben, zoals gezegd, onze steekproef beperkt tot mannelijke studenten. Het zou interessant zijn het onderzoek uit te breiden naar andere groepen van de samenleving, en vooral ook naar het andere geslacht. We hebben wel gegevens van 157 vrouwelijke studenten uit Nederland, die de opdracht overigens met evenveel plezier uitvoerden. Bij hen waren de meest frequent genoemde woorden klootzak (95), eikel (87), lul (74), sukkel (58) en idioot (23). Grote verschillen zijn er dus op het eerste gezicht niet tussen de mannen en de vrouwen. Beide seksen noemen klootzak het vaakst, hoewel vrouwen dat woord - met een taboewaarde van 4,5 - als veel beledigender beoordelen dan mannen. Vrouwen gebruiken vaker het woord sukkel en aanzienlijk minder de woorden homo en teringlijer.
Met dat laatste woord zou een Spaanse of een Duitse voetballer zijn Nederlandse collega's dus stevig kunnen raken. Als Duitsers de Spanjaarden dan ook nog ‘hijo de puta’ gaan noemen, en Nederlanders de Duitsers ‘Wichser’, dan wordt het echt oorlog. Het is te hopen dat voetballers dit stuk niet lezen.
| |
Kezman en Van Persie uitgescholden
Afgelopen najaar voetbalde PSV uit tegen ADO Den Haag. Vanuit het vak Midden-Noord, waar de harde kern van de Haagse aanhang te vinden is, werd de Servische PSV-spits Mateja Kezman voortdurend toegezongen met een lied waarvan de tekst luidde: ‘Kezman, Kezman, je moeder is een hoer.’ De voetballer ergerde zich daar zó aan dat hij uiteindelijk uit pure frustratie zijn directe tegenstander een elleboogstoot toediende die behalve goed geplaatst ook voor iedereen zichtbaar was. Kezman kreeg rood. Na de wedstrijd was hij daar nog steeds heel gepikeerd over, net als over die spreekkoren. ‘Ik ben echt pissed off. Dit is een schande’, foeterde hij in de catacomben van het stadion.
Een Serviër kun je nauwelijks erger beledigen dan door zijn moeder een hoer te noemen. Bij Nederlanders ligt dat wei wat anders. Dat bleek een paar maanden later, eveneens in het Haagse Zuiderpark, bij de thuiswedstrijd van ADO Den Haag tegen Feyenoord. Ook Feyenoord-ster Robin van Persie werd vanaf de tribunes constant uitgemaakt voor hoerenjong, maar het leek de geboren Rotterdammer nauwelijks te raken. Hij was er alleen maar beter door gaan spelen, verklaarde hij na afloop.
|
|