Cosmetische correctie
Het bleek, kort daarop, voor een contactadvertentie. Dick zit al vrij lang zonder, hij vond het tijd voor actie. De kroeg houdt zelfs híj́ langzamerhand voor gezien, dus had hij maar eens in de krant en op internet gekeken. Hij haalde een pagina met zelfportretten te voorschijn. ‘Stevige meid (58)...’, ‘Dartele deern, 62 lentes,...’, ‘Jeugdige griet van 47...’, had hij voor de curiositeit aangestreept. Taal als cosmetische correctie. ‘Eigenlijk zijn dat natuurlijk ouwe tutten en taarten’, zei hij zurig. Hij wilde nu zelf de markt op, met een eerlijk verhaal. Maar er was één probleem. ‘Ik was laatst bij V&D en die hadden een seniorenactie voor vijftigplussers. Dus niet voor mij, dacht ik uit routine. Toen schoot door me heen dat ik daar nu ook bij hoor. Bij het afrekenen vroeg ik toch maar om de korting. Zegt die caissière, een piepjong ding: “Nee, joh, dat is alleen voor vijftigplussers.” Dus mijn leeftijd moet je niet noemen, dat geeft een vertekend beeld.’
Hoe moest ik die volle vijftig jaren lexicaal camoufleren? In de dagen die volgden, probeerde ik tot de kern te komen. Dick heeft blijkbaar, zoals de meesten van ons, twee leeftijden: de relatieve ‘gevoelsleeftijd’ én de absolute van de kalender. Tijd is rechtlijnig, maar zo beleven we het niet. In de kinderjaren duren dagen eindeloos. Met het volwassen worden begint de tijd zo te versnellen dat we het soms niet meer kunnen bijbenen. ‘Ons hele leven blijven we oordelen met een maat die zelf verandert en dus eigenlijk geen maat is’, schrijft Douwe Draaisma in zijn prachtige boek Waarom het