| |
| |
| |
Taalergernissen
‘Genootschap, doe er wat aan!’
‘Kènnegèn’
F. Krom - Lochem
Vanaf een niet meer te achterhalen moment viel het me op dat menigeen niet in staat is om het woord koningin uit te spreken. Men doet maar wat. Ruud Lubbers maakte er [koni'jin] van en Wim Sonneveld als stalmeester - een typetje dat helaas zijn voorbeelden in de werkelijkheid heeft - [kènnegèn]. Het [konegin] van Dries van Agt hoor ik zelfs nog bijna dagelijks. Oef!
Maar ook in andere woorden worden klanken verwisseld en lettergrepen ingeslikt. Zo noteerde ik onlangs de volgende ‘scheefzitters’: [koon'lijk], [menutie], [indistrueel], [krimaliteit] en [ekspierement].
Oud-premier Dries van Agt spreekt van [konegin].
Foto: Dirk Hol
| |
Weg met bewegwijzering
Frans Lisman - Velp
Langgeleden, in april 1942, schreef iemand in Onze Taal dat hij bewegwijzering zo'n lelijk woord vond. De redactie antwoordde toen dat wegwijzer ook wel verkort wordt tot wijzer, zodat je bewijzering kunt zeggen. Dat kun je dan uitbreiden tot wegbewijzering ‘waar het mogelijk eens noodig zou zijn’. Deze aanzet kreeg helaas nooit een vervolg.
Van Dale noemt bewegwijzering sinds 1961, het Groene Boekje noemt beide vormen sinds 1995. De Algemene Nederlandse Spraakkunst zegt dat men met het voorvoegsel be- van zelfstandige naamwoorden (ook wel ‘substantieven’ genoemd) werkwoorden kan vormen die de betekenis hebben ‘voorzien van wat het substantief noemt’, met als voorbeelden: bebossen (voorzien van bos), bedijken, bedraden en... bewegwijzeren. Dat laatste is een zeer uitzonderlijke en tevens lelijke woordvorming van be- met een samengesteld substantief (wegwijzer).
Bij bewegwijzering is er een direct verband tussen de wegwijzers en de weg(en) waarlangs ze geprojecteerd zijn. Bundeling van die twee begrippen leidt tot het onacceptabele wegbewegwijzering. Vereenvoudigen we dat tot wegbewijzering, dan begrijpt iedereen dat de wijzers wegwijzers zijn.
Logische uitbreidingen zijn de (bestaande!) woorden autowegbewijzering en vluchtwegbewijzering. Fietsroutes met routewijzers hebben ‘routebewijzering’ en horloges met secondewijzers hebben ‘secondebewijzering’. In al die samenstellingen met wijzer zien we dat be- zich pal vóór wijzer nestelt.
Conclusie: weg met het lelijke en uitzonderlijke bewegwijzering!
| |
Ingezworen
Paul J. Marcus - Amsterdam
Vorig jaar werd er op één dag druk ‘ingezworen’. Eerst was op de radio te horen dat de rechters van het Internationaal Strafhof werden ‘ingezworen’ en later was premier Erdogan van Turkije de pineut op televisie. Dat moet een onsmakelijke vertoning zijn, dat ingezworen worden. In het Engels kun je dan misschien wel min of meer zo beëdigd worden (to swear in), maar ik moet, als ik het hoor, altijd denken aan dat oude trekpaard met zijn ingezworen oog.
| |
Met name
M. Vader - Leiderdorp
Er is al vaker over geschreven dat te pas en te onpas met name wordt gebruikt, ook al worden geen specifieke personen of zaken aangeduid. Het is een soort stopwoord voor sommige sprekers, want vaak is het zelfs geheel overbodig. Maar wanneer met name toch nodig is, kennen we goede varianten, zoals in het bijzonder, vooral, bovenal en voornamelijk. Sprekers en schrijvers, graag wat meer variatie.
| |
Niks
Ph. Meijnders - Veldhoven
Soms vraag ik me af of ik in de schrijftaal (over de spreektaal heb ik het niet eens meer) het woordje niets nog mag gebruiken. Of moet ik toch ook maar overgaan op niks?
| |
Rond de klok van...
M. Vader - Leiderdorp
Als ik ‘halftwee’ zeg, begrijpt iedereen dat ik daarmee een bepaald tijdstip bedoel. Zeg ik ‘rond (of: omstreeks) halftwee’, dan is dat ook duidelijk. Waarom dan, zoals in toenemende mate het geval is, zeggen: ‘rond de klok van halftwee’?
| |
Dat is het
A. Bijl
Waar de Engelsen zeggen: ‘I only have to go to the market and that's it’, daar kunnen we in het Nederlands volstaan met: ‘Ik hoef alleen maar naar de markt vandaag.’ Je kunt that's it eventueel vertalen met bijvoorbeeld verder niets, maar een dergelijke toevoeging wordt meestal weggelaten in het Nederlands. Althans, tot voor kort. Tegenwoordig wordt that's it almaar vaker vertaald met dat is het. Steeds meer mensen (en mezelf incluis, helaas) zeggen dingen als: ‘Ik moet die foto's nog inplakken, en dat is het.’
| |
Adressering
Ing. Herman A.O. Wilms - Brussel
De voornaam, het woord zegt het al, is de eerste naam die vóór iemands familienaam komt. Maar in Vlaanderen komt die voornaam vaak áchteraan, doordat computersystemen het Franstalige gebruik aanhouden. Zo kunnen overheidsinstellingen hun brieven gerust aan bijvoorbeeld ‘M. Van De Voorde Walter’ sturen. Met de huidige stand van de technologie moet het toch geen probleem zijn om dit te voorkomen? Al onze ziekenfondsen zetten steevast de familienaam voorop. En na aanpassingen van het computersysteem van onze bloedeigen Vlaamse Bank, de KBC, is het met
| |
| |
de adresseringen juist de verkeerde kant op gegaan.
Aan mijn studenten zei ik destijds hoe het wél moest, met de opmerking: ‘Wacht niet totdat men uw naam op uw grafsteen wél in de juiste volgorde zal beitelen...’
| |
Paranoia
Lau Kanen - Veldhoven
De laatste jaren hoor je, ook op radio en tv, veel sprekers het woord paranoia gebruiken als bijvoeglijk naamwoord (‘Hij is paranoia’ in plaats van ‘Hij is paranoïde’) en media als een enkelvoud (‘De media sprong erbovenop’). Onder andere hierom wil ik pleiten voor meer studie van de klassieke talen in het voortgezet onderwijs en voor het verplicht stellen ervan voor aanstaande neerlandici.
| |
Een iemand
E. Unkel - Scherpenzeel
De laatste tijd stoor ik mij enorm aan de uitdrukking een iemand, die je vaak tegenkomt in de spreektaal, maar ook bijvoorbeeld op internet:
- | Mag een iemand die zich heeft geregistreerd bij de Nationale Markt reageren op een advertentie? |
- | De longen van een astmapatiënt zullen wat smeuïger zijn dan die van een iemand die heeft gerookt. |
- | Als u geld stuurt naar een iemand die nog geen volledig voltooide Way2pay-rekening heeft (...). |
| |
Uitspraak Endlösung
Dr. C.J. Huizinga - Hengelo
Sommige klemtoonverschuivingen hebben wel iets geestigs; in het woord onderzoeker bijvoorbeeld valt soms de klemtoon op de eerste lettergreep in plaats van op de derde. Andere verschuivingen zijn bepaald niet grappig. Kortgeleden zond de Nederlandse tv een historische documentaire uit over het lot van de joden onder Hitler. Er werd een foto getoond van de villa aan de Wannsee waar tot hun vernietiging werd besloten: ‘die Endlösung’, letterlijk iets als ‘de definitieve oplossing’. De commentaarstem plaatste de klemtoon op de tweede lettergreep, en niet op de eerste, alsof het om een afleiding zou gaan van een werkwoord endlösen.
Was dat een ongelukkige verspreking, die niet hersteld werd? Iemand die bij de montage zat te slapen? Een regisseur of redacteur die het wel voor gezien hield? Of nog erger: een staaltje van historisch onbenul?
Een zo beladen woord als Endlösung verdient het om nooit vergeten te worden. Er moet niet geknoeid worden met de uitspraak ervan.
| |
Aflassen
Dr. A.A. de Boer - Bergen (NH)
Het werkwoord afgelasten wordt vooral in sportnieuws vaak verkeerd verbogen. Te vaak hoor ik dat de scheidsrechter besloot de wedstrijd ‘af te lassen’ of dat hij overging tot het ‘aflassen’ ervan.
| |
Onbegrijpelijke afkortingen
Ruud F. Witte - Gouda
Overheidstaal is niet altijd gemakkelijk te volgen. Neem alleen al het gebruik van afkortingen. Twee lange woorden worden vanzelf een afkorting, zeker als je die woorden (bijna) dagelijks bezigt. We kenden al de ‘marap’, de ‘managementrapportage’, en zoiets wilden ambtenaren of politici ook voor de ‘bestuursrapportage’, ook zo'n nota die de stand van zaken rond de uitvoering van een beleidsprogramma of bestuursakkoord weergeeft. Het is echter niet berap geworden, maar burap. Waar komt die u vandaan?
De enige vermoedelijke verklaring die ik van een gemeentesecretaris heb kunnen horen, is dat berap niet bekte. Maar wat is beter: een woord dat niet klinkt, of een woord dat niet zegt waar het voor staat? De overheidstaal wordt er in elk geval niet transparanter op!
| |
Solutions
Henk Harmsen - Stokkum
Een timmerbedrijfje in Ulft heeft een bord aan de weg gezet: ‘Interior Solutions’. Zot modewoord in de reclame: solutions. Opeens werpen alle bedrijven zich op als de redders in nood, die mensen uit de problemen zullen helpen door het bieden van ‘solutions’, ‘oplossingen’. Ook de vertaling oplossingen duikt op dezelfde manier meer en meer in de reclame op (‘Netdata Presentatie Oplossingen’). Persoonlijk denk ik dat de heren reclamemakers vooral uit zijn op een solution voor de leegte van hun eigen portemonnee.
| |
Reden en oorzaak
Dr. Jo Daan - Barchem
Toen ik laatst iemand probeerde te bellen, kreeg ik antwoord van een telefoonstem. Die deelde mee dat er geen verbinding mogelijk was ‘om technische redenen’. Ik heb vroeger op de hbs geleerd dat men in zo'n situatie ‘door technische oorzaken’ moet zeggen omdat de storing niet te wijten is aan een bewuste handeling. Ook Van Dale maakt nog dat onderscheid tussen reden en oorzaak. Volgens het woordenboek is reden ‘datgene wat de mens doet handelen of tot iets (ook een overtuiging e.d.) brengt’, en oorzaak ‘datgene wat noodzakelijk een zeker gevolg met zich brengt (voor zover iets anders dit niet belet), m.betr.t. dat gevolg’.
Tekening: Pat Andrea.
Uit: Herman Pieter de Boer en Pat Andrea, Het groot gebarenboek der Lage Landen. Zaltbommel, Kempen Uitgevers, 2004.
| |
Aanhalingstekens nadoen
A.G. van der Aa - Eindhoven
Bij het lezen van ‘Taalergernissen’ in Onze Taal verbaas ik me erover dat mensen zich blijkbaar alleen ergeren aan gesproken en geschreven taal. Er zijn namelijk non-verbale uitdrukkingen die mijns inziens ook in deze categorie thuishoren. Waaraan ik me het méést erger: het gebruik van die gekromde wijs- en middelvingers ter linker- en rechterzijde van het hoofd om daarmee zoiets als ‘zogenaamd’ weer te geven: een verkrampte poging om aanhalingstekens na te doen.
|
|