Hom of kuit
Suriname terecht lid van Nederlandse Taalunie
Frank Jansen
Er zijn taalkwesties waarover heel verschillend kan worden gedacht. Taalkundige Frank Jansen behandelt maandelijks zo'n kwestie. Hij steekt daarbij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken, en eindigt telkens met een stelling, waarop u kunt reageren.
De Surinaamse onderwijsminister Walter Sandriman en de Nederlandse staatssecretaris van Cultuur Medy van der Laan ondertekenen de associatieovereenkomst tussen de Taalunie en Suriname.
Foto: Nederlandse Taalunie
In december 2003 is Suriname toegetreden tot de Nederlandse Taalunie, het gezamenlijk Nederlands-Vlaamse overheidsorgaan op het gebied van de Nederlandse taal en literatuur. Wat een onzin, dacht ik eerst. Hoeveel mensen spreken dat Surinaamse Nederlands nu helemaal? En is Nederlands wel handig daar in Suriname? Is het Taalunieverdrag voor Nederland en Vlaanderen voortaan niet vooral een vrijbrief voor ambtelijk overleg van onze staatsruiveniers, uiteraard ter tropischer plaatse en van december tot maart? Ziet Suriname de Taalunie niet als die dikke toerist op het strand, die snel van zijn overtollige geld afgeholpen kan worden? En gaan de sprekers van de twintig andere talen in Suriname nu, net als bijvoorbeeld de Zeeuwen, ook zeuren dat hun taal tot officiële minderheidstaal verheven moet worden?
Vooral dat laatste vooruitzicht deed me huiveren. En toch is de toetreding terecht. Ten eerste vanwege het principe. De Nederlandse Taalunie behartigt de belangen van de gebruikers van het Nederlands waar ook ter wereld. Natuurlijk vinden de meeste activiteiten in Nederland en België plaats, maar daarnaast is de Taalunie zeer actief betrokken bij het onderwijs in het Nederlands als vreemde taal op scholen en universiteiten in den vreemde. Als de Taalunie fondsen beschikbaar stelt voor Hongaren en Koreanen, dan moet ze dat toch zeker helemáál doen voor mensen voor wie het Nederlands de standaardtaal is?
Ten tweede heeft de deelname nut voor Suriname. De Surinaamse minister van Onderwijs Sandriman noemt als voornaamste motief dat het pas door deze toetreding mogelijk wordt om de spelling te veranderen. Dat lijkt mij eerder het ultieme argument om zo snel mogelijk onze verschrikkelijke staatsspelling af te schaffen. Maar denk aan het taalonderwijs in Suriname, dat het moeilijk heeft. Dat kan zeker profiteren van de Taalunie, al zal het op eieren lopen zijn, gezien de delicate taalverhoudingen.
Ten slotte maakt het verdrag het voor Nederland en Vlaanderen makkelijker om het Surinaamse Nederlands bijvoorbeeld via woordenboeken te leren kennen. Ook interessant is dat een substantieel deel van de Surinaamse bevolking in Nederland woont. Het Surinaamse Nederlands dat zij spreken, werd beschouwd als een van onze exogene dialecten, maar straks is het vergelijkbaar met het Vlaams in Nederland.
Daarom luidt de stelling deze keer:
Het is terecht dat Suriname lid is geworden van de Nederlandse Taalunie.
Bent u het eens of oneens met deze stelling? Breng voor 15 maart uw stem uit op onze website: www.onzetaal.nl/homofkuit. U kunt ook per post reageren; stuur een briefkaart met ‘Het is terecht dat Suriname lid is geworden van de Nederlandse Taalunie’ of ‘Het is niet terecht dat Suriname lid is geworden van de Nederlandse Taalunie’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag van de stemming.
Meer informatie over deze kwestie is te vinden op de website van de Taalunie: www.taalunieversum.org.