Spaan
Het koffer
Henk Spaan
Mijn vrouw komt uit Oost-Nederland. Dit leidt soms tot misverstanden. Toen ze voor het eerst in mijn bijzijn het woord achterbankje gebruikte, duurde het even voordat ik merkte dat ze daarmee een bagagedrager bedoelde.
‘Mag ik bij jou op het achterbankje?’, vroeg ze en ze sprong achter op mijn fiets. Navraag bij schoonfamilie had geen zin. Ze beweerden keihard dat iedereen in Velp ‘achterbankje’ zei. Uiteindelijk bleek het toch om een sterk staaltje van gezinstaal te gaan. Uit de jaren vijftig herinner ik me vaag fietsen met een op de bagagedrager bevestigd plankje waarmee men het zitten verzachtte. Van plankje kwam misschien bankje. Althans in Velp. Althans bij mijn schoonfamilie thuis.
Met sommige lidwoorden kan de Oost-Nederlander ook moeilijk overweg. Ik heb het niet over zout. We zeggen ‘het zout’, maar niemands taalgevoel speelt op wanneer aan tafel wordt gevraagd: ‘Kun je de zout even doorgeven?’ Behalve het taalgevoel van mensen die zout op elke slak leggen. Sorry, dat is flauw.
Ik moet oppassen met grapjes. In mijn vorige column stond een serie samengestelde woorden waarvan semi het eerste deel was: semi-intellectueel, semi-finale, semi-overheid, semi-bungalow, seminarie. Twéé brieven, waarvan een van een hoogleraar, die erop wezen dat seminarie in dit rijtje niet thuishoorde. Neem me niet kwalijk, zeg.
Zelf heb ik moeite met dekbedovertrek. Het of de? Ik zou zeggen: ‘het dekbed’, ‘het overtrek’, maar is ‘de dekbedovertrek’ fout? En zo niet, waarom dan niet?
Mijn vrouw zegt: ‘het koffer’, wat bij mij woede teweeg kan brengen. Daarom doet ze haar best ‘de koffer’ te zeggen, waarover ze altijd moet nadenken en dat merk je dan ook.
We waren een keer op bezoek bij een formidabele heer in Nijmegen. Het formidabele school er onder andere in dat hij ons Château Margaux 1982 te drinken gaf. De wijnliefhebber hoef ik niets meer te zeggen. Een ander aspect aan zijn grootheid was dat de formidabele heer geen tegenspraak duldde. ‘Natuurlijk is het “hét koffer”’, zei hij. Ik vroeg of er een Van Dale in huis was. Het betreffende deel werd uit de kast gehaald.
‘Kijk, mannelijk’, zei ik.
‘Kletskoek. Die Van Dale wordt gemaakt door westerlingen’, zei de formidabele man. Kous af.