| |
| |
| |
Deftige praat
Hoftaal en netteluisjargon
Reinildis van Ditzhuyzen - historica en publiciste
Als we een woordenboek zouden maken met de taal van het hof, dan zou dat nogal dun uitvallen, want het Koninklijk Huis gebruikt nauwelijks andere woorden dan gewone mensen. Toch spreekt de koningin onmiskenbaar een ander Nederlands dan haar onderdanen. Waar zit hem dat in?
Hoe moet je met de koningin praten? Spreekt zij anders dan wij, gewone stervelingen? Zijn er speciale koninklijke woorden? Is er een koninklijk jargon? Bestaat er een hoftaal? Ik moet u teleurstellen. Tijdens een conversatie met u gebruikt de koningin dezelfde woorden als wij allemaal. Het bijzondere daarbij is wel dat zij heel erg op haar woorden moet passen, omdat de koningin (en dat geldt ook voor de andere leden van het Koninklijk Huis) in de bijzondere positie verkeert dat niet zijzelf verantwoordelijk is voor haar woorden, maar dat de ministers dat zijn.
Maar ook andere hooggeplaatste lieden moeten hun uitspraken op een goudschaaltje wegen, en hun werkelijke gedachten verhullen in fraaie zinnen. Traditioneel past dit omfloerste taalgebruik bij diplomaten - daarom zou je het taalgebruik van de koningin ‘diplomatiek’ kunnen noemen. Een voorbeeld: de zin ‘Wij herkennen ons niet in het beeld dat prinses Margarita schetst’, naar aanleiding van de uitspraken die haar nichtje Margarita afgelopen zomer in de pers deed, is dus geen typisch koninklijk taalgebruik, maar gewoon een verstandig diplomatiek antwoord. Want reken maar dat de koningin in familiekring heel boos is geworden en tal van ondiplomatieke uitroepen geslaakt heeft. Maar in het openbaar kan dat natuurlijk niet.
Een tweede kenmerk van het taalgebruik van de koningin is haar keurige en vlekkeloze uitspraak. Sommigen noemen dit ‘bekakt’, maar dat komt doordat steeds minder mensen zo netjes spreken, en dan valt iemand die dat wél doet op.
| |
Tijdens de passade
Koninklijke taal is dus niet meer dan keurig uitgesproken diplomatieke taal. Of toch wel? Gebruikt men aan het hof echt geen eigen woorden? Het antwoord is een beetje ‘ja’ en veel ‘nee’. Allereerst dat ‘beetje ja’: begrijpt u de volgende zin?
Doordat de préséance van de passade van de ONG in de blocnote niet goed was omschreven, kon de hofdame, gekleed in middagjapon met chiffre, de cadeaukoffer niet op tijd klaarzetten.
Laten we om deze zin te ontrafelen eens een ontmoeting arrangeren van u met de koningin of een ander lid van het Koninklijk Huis.
Om te beginnen ontmoet u de koningin tijdens een ‘passade’, dat is hoftaal voor het langs de koningin lopen (passeren) en haar begroeten tijdens een door haar gegeven ontvangst. Bij staatsbezoeken staan voortdurend zulke passades op het programma, meestal tijdens de ‘ONG’, oftewel de ‘Ontvangst Nederlandse Gemeenschap’. De gasten worden daar volgens een zekere voorrang, ‘préséance’, aan de koningin voorgesteld.
Reinildis van Ditzhuyzen: ‘Deftige lieden zeggen om zich duidelijk te onderscheiden nog steeds liever “broek” dan “pantalon”.’
Foto: Bart Versteeg
Zo, u loopt dus op de passade, maar hoe bent u dan gekleed als u een vrouw bent? Juist: in ‘middagjapon’. Dat is niet per se een echte japon, en het heeft ook niets met de middag te maken, want u kunt zoiets ook 's avonds of 's morgens dragen: het gaat om een mantelpakje, deux-pièces of een mooie jurk. De bijpassende kleding voor de man hierbij is een
| |
| |
donker pak (soms jacquet), ‘tenue de ville’ zeggen we ook wel. Middagjapon is een echt hoftaalwoord. De koningin gebruikt het voor alle soorten bijeenkomsten. Dit kledingvoorschrift staat steevast in het draaiboek van staatsbezoeken en andere formele bijeenkomsten, onder meer in de huwelijksannonce van haar zoon Constantijn.
Terug naar uw ontmoeting met de koningin, waar u gelukkig geen ‘plongeon’ meer hoeft te maken. Hiermee wordt de revérence of buiging bedoeld die u tot 1952 voor de koningin diende te maken. Juliana schafte dit gebruik af.
| |
Huwelijk met een burgermeisje
Tijdens uw ontmoeting met de koningin komt u in contact met allerlei lieden die aan het hof verbonden zijn. Hun functies worden aangeduid met woorden die tot het koninklijke jargon behoren: grootmeester, hofdame, kamerheer en lakei. Deze mensen dragen een klein brocheachtig speldje met een sierlijke B van Beatrix, door de koningin zelf ontworpen. Het hoftaalwoord voor deze broche is chiffre. Leden van de
hofhouding dragen dit bij openbare gelegenheden, zodat ze goed herkenbaar zijn. De ‘blocnote’ is een memo voor of van de koningin. De ‘cadeaukoffer’ ten slotte bevat de cadeaus die onze koningin meeneemt voor het staatshoofd dat ze bezoekt.
De hoftaal was tot midden vorige eeuw een stuk uitgebreider. Dat kwam vooral doordat leden van een vorstelijke dynastie meer in afzondering leefden en dachten dan tegenwoordig. Veel van dat voor oningewijden onbegrijpelijke jargon had met het huwelijk te maken, want dat was de basis van het koninkrijk en moest dus bijzonder goed geregeld worden. Zo was er destijds sprake van ‘speldengeld’ (het jaargeld voor vorstelijke bruiden, zoals Emma) en ‘apanage’ (hetzelfde maar dan voor mannen, zoals Hendrik). Een ‘morganatisch huwelijk’ was een ongelijke verbintenis, bijvoorbeeld het huwelijk tussen een prins en een burgermeisje, en de koninklijke bruidegom gaf na de huwelijksnacht een ‘morgengave’ aan de koninklijke bruid; meestal ging het om juwelen.
Overigens was de hoftaal tot 1898 Frans. Wilhelmina schafte dit af en ging over op het Nederlands. Ze deed dit erg fanatiek. Onder meer moest alles wat met diners te maken had voortaan in het Nederlands, dus menu werd spijslijst, en diner zelf werd avonddis.
| |
Netteluisjargon in het buitenland
Bij de koningin kunt u beter niet spreken van ‘pantalon’, ‘trottoir’ en ‘chic’, want in betere kringen heeft men het liever over ‘broek’, ‘stoep’ en ‘netjes’. Hoe zit dat in het buitenland?
Zeg in Duitsland/Oostenrijk niet: |
maar: |
guten Appetit/Mahlzeit (‘eet smakelijk’) |
niets |
Schlips (‘stropdas’) |
Krawatte (‘das’) |
prost (‘proost’) |
niets |
lecker (‘lekker’) |
köstlich (letterlijk: ‘kostelijk’) |
Sakko (‘colbert’) |
Rock, Jacke (‘jasje’) |
Schloss (‘slot, kasteel’) |
Haus (letterlijk: ‘huis’) |
Chauffeur (‘chauffeur’) |
Fahrer (letterlijk: ‘rijder’) |
|
Zeg in Groot-Brittannië niet: |
maar: |
toilet (‘toilet’) |
lavatory, loo (‘wc, plee’) |
cheers (‘proost’) |
your good health (‘op je gezondheid’) |
pardon? (‘pardon?’) |
what?/sorry? (‘wat?’/‘sorry?’) |
mirror (‘spiegel’) |
looking glass (‘spiegel’) |
bicycle (‘fiets’) |
bike (‘fiets’) |
serviette (‘servet’) |
napkin (‘servet’) |
|
Zeg in Zweden niet: |
maar: |
kostym (‘kostuum’) |
kavaj (‘pak’) |
smaklig måltid (‘eet smakelijk’) |
niets |
|
Zeg in Frankrijk niet: |
maar: |
Tu viens manger? (‘kom je eten?’) |
Tu viens déjeuner/dîner? (‘kom je ontbijten/lunchen/dineren?’) |
nouilles (‘noedels’) |
pâtes (‘pasta’) |
pas de quoi (‘graag gedaan’) |
je vous en prie (of een simpel knikje) |
château (‘kasteel’) |
propriété (‘eigendom, landgoed’) of baraque (letterlijk: ‘hut, krot’) |
bon appétit (‘eet smakelijk’) |
niets |
|
Zeg in Argentinië niet: |
maar: |
malla (‘badpak’) |
traje de baño (‘badpak’) |
rojo (‘rood’) |
colorado (‘rood’) |
buen provecho (‘eet smakelijk’) |
niets |
Ook de uitspraak is in Argentinië belangrijk. Betere kringen spreken de y en de II niet uit als [j], maar als [dzje], dus yo (‘ik’) wordt [dzjo] en caballo (‘paard’) [cabadzjo].
| |
Elitetaaltje
Op de vraag of er een echte hoftaal bestaat, zei ik ‘ja’ en ‘nee’. ‘Ja’ vanwege bovenstaande voorbeelden, en ‘nee’ omdat we het met die paar woorden wel zo'n beetje gehad hebben. Toch spreekt de koningin anders dan de gemiddelde Nederlander, en niet alleen vanwege haar uitspraak, haar diplomatieke houding en dat handjevol hofwoorden. Ze spreekt namelijk ook nog een soort elitetaaltje. We hebben het dan niet over koninklijk jargon, maar veeleer over ‘netteluisjargon’ of ‘deftige praat’, gebezigd door slechts een klein deel van de bevolking. Mensen van goede familie, of zij die denken dat ze dat zijn, of die goed willen laten merken dat ze dat zijn, weigeren pertinent sommige woorden te gebruiken die de meeste Nederlanders heel gewoon vinden. Nooit ofte nimmer zeggen ze ‘Smakelijk eten!’, ‘Dat het u wel moge bekomen’ of - volgens hen het dieptepunt - ‘Smakelijke voortzetting’, ook wel spottend afgekort tot ‘smavo’. Zulke mensen zeggen liever niets en beginnen gewoon te eten, natuurlijk wel nadat de gastvrouw daartoe het teken heeft gegeven.
| |
Naar de plee motten
Veel mensen zullen dit alles onzin vinden en dat is wel begrijpelijk. Maar ach, het is in feite gewoon een soort codetaal waarmee de elite, of wat daarvoor doorgaat, zich afzet tegen het ‘gewone volk’. Aanvankelijk zei de toplaag ‘pantalon’, ‘trottoir’ en ‘toilet’, maar toen de middenstand deze Franse woorden ook ging gebruiken, keerde de elite terug naar de gewone, soms zelfs platte woorden. Zo zeggen deftige lieden om zich duidelijk te onderscheiden nog steeds liever ‘broek’ dan ‘pantalon’, liever ‘stoep’ dan ‘trottoir’ en liever ‘plee’ dan ‘toilet’. Evenmin zeggen ze ‘stropdas’ (= ‘das’), ‘colbert’ (= ‘jasje’), ‘chic’ (op papier tot hun ergernis ook wel verbasterd tot sjiek = ‘netjes’), ‘koelkast’ (= ‘ijskast’), ‘gebak’ (= ‘taart’), ‘ik lust [of: blief] dat niet’ (= ‘ik houd daar niet zo van’), ‘duster’ (= ‘kamerjas’), ‘zus’ (= ‘zusje’), ‘opoe’ (= ‘grootmama’, ‘grootmoeder’) of ‘ome’ (= ‘oom’).
| |
| |
Iets dergelijks geldt ook voor het zeggen van ‘aangenaam’ bij een ontmoeting. In de tijd van Wilhelmina was dit nog heel gebruikelijk, maar toen ook de middenstand ‘aangenaam’ begon te zeggen, kwam er al snel een einde aan. En verder is het werkelijk ontzettend deftig om ‘kommen’, ‘Appeldoorn’ en ‘motten’ te zeggen. Dan hoor je er pas echt bij! En dergelijk netteluisjargon bestaat niet alleen in Nederland, maar ook in landen om ons heen (zie het kader op de bladzijde hiernaast). Kennelijk is het gebruik van zulk jargon tamelijk universeel.
Het netteluisjargon wordt in de corpora van de universiteiten nog altijd aangeleerd. Onze Oranjes zijn hier traditioneel lid van en hebben het taaltje dus zo niet met de paplepel dan toch in de sociëteit ingegoten gekregen. Leden die durven praten over ‘stropdas’ of ‘toilet’ worden luidkeels uitgejoeld - met als gevolg dat je dit ‘burgerlijke’ taalgebruik gauw achterwege laat.
Dus wees gewaarschuwd: als u bij de koningin gaat eten, wens haar dan geen smakelijk eten, ga niet naar het toilet en kleed u niet ‘chic’, maar hul u in donker pak of middagjapon.
Illustratie: Reid, Geleijnse & Van Tol
|
|