Considerans
Maar laat ik u eens een indruk geven van het jargon dat politici gebruiken als een wetsvoorstel bij de Kamer wordt ingediend. Vroeger kreeg je eerst een ‘voorlopig verslag’, nu heet het gewoon ‘verslag’. In zo'n verslag zeg je niet: ‘Ik vind dat dit of dit niet klopt’ of ‘Ik wil dat of dat graag anders zien’, nee, je zegt: ‘De leden van de fractie van de Partij van de Arbeid waren van mening dat...’ - waarbij het tot zo'n twee, drie jaar geleden van groot belang was erop te letten dat je de verleden tijd gebruikte. Die gewoonte is inmiddels afgeschaft.
Vervolgens krijgen wij dan een ‘nota’ naar aanleiding van het verslag (dat is dus een antwoord), daarna ‘amendementen’ (dat zijn gewoon wijzigingsvoorstellen) en bij de behandeling in de Kamer komen er ‘moties’. Die moties beginnen allemaal met ‘de Kamer, gehoord de beraadslaging,’ en ze eindigen allemaal met ‘en gaat over tot de orde van de dag’. Zo'n motie bevat ook een ‘considerans’ (dat zijn constateringen, overwegingen en meningen) en eindigt in een ‘dictum’, dat is de laatste strofe, waarin er een opdracht aan de regering verstrekt wordt.
Nu zou je zeggen dat de behandeling van zo'n wetsvoorstel wat verlevendigd wordt door interrupties. Dat valt tegen, om te beginnen doordat men dus meestal staat voor te lezen, maar ook doordat de meeste interrupties bestaan uit het benoemen van het onderwerp, een mening geven over het onderwerp, en een concept-antwoord formuleren. Soms wordt er nog een vraag gesteld aan de bewindspersoon, maar dan moet je geluk hebben.