Merken worden woorden [3]
Kijken door een prozacbril
Ton den Boon hoofdredacteur grote Van Dale
Barbiefiguur, brintageneratie, bountyeiland: er zijn merken die zo'n grote invloed hebben gekregen dat ze in het dagelijks taalgebruik zijn terechtgekomen. Sommige staan zelfs op het punt een plaatsje in het woordenboek te bemachtigen. Om de maand bespreekt Ton den Boon er een.
Nooit meer ongelukkig - in de roman Brave New World (1932) van Aldous Huxley verkeren mensen in een permanente staat van gelukzaligheid dankzij het wondermiddel ‘soma’. De bewoners van de door Huxley geschapen ideale wereld slikken dagelijks een dosis van die farmaceutische sleutel tot geestelijk geluk en lichamelijk welbevinden.
Nepreclame voor het wondermiddel Prozac
Wat Huxley in zijn toekomstroman over soma schrijft, is fictie (en naar bij verdere lezing blijkt, is het allemaal ook helemaal niet zo ideaal), maar ruim een halve eeuw na publicatie van de roman komt de geestelijke heilstaat in het echt alsnog binnen handbereik. Farmaceut Eli Lilly brengt in 1985 namelijk een psychofarmacon op de markt waardoor voor de droevigen van ziel en de neerslachtigen van geest de zon weer gaat schijnen. Fluoxetine, de werkzame stof die Eli Lilly onder de merknaam Prozac in de handel brengt, heeft een selectief remmend effect op de opname van de neurotransmitter serotonine en dankzij de regulering van de verstoorde serotoninehuishouding krijgen mensen die depressief zijn in veel gevallen weer een opgewekt humeur. Althans, met Prozac blijkt het gros van de gebruikers zich prettiger te voelen dan zonder.
Prozac wordt in korte tijd een van de succesvolste medicijnen aller tijden. Maar wat meer is: het antidepressivum wordt een hype. Prozac blijkt namelijk niet alleen een uitkomst te zijn voor patiënten met zware depressies en angststoornissen, de ‘toverballen voor een blijer gemoed’ (de Volkskrant, 19-4-2003) helpen ook depri adolescenten, dames in een dip en heren in hun midlifecrisis over hun dode punt heen.
Geen wonder dat binnen een paar jaar miljoenen mensen ‘aan de Prozac’ zijn. Trendwatchers zien een heuse ‘prozacgeneratie’ opgroeien, bestaande uit louter blije mensen met een immer zonnig humeur, en mondige patiënten spoeden zich naar hun huisarts voor een Prozac-recept. Ongetwijfeld tot ongenoegen van Eli Lilly valt de merknaam Prozac daardoor soms ten prooi aan het Spa-effect (je bestelt een spaatje maar krijgt een flesje Sourcy of Perrier): de patiënt die ‘voor Prozac’ naar de dokter gaat, moet niet vreemd opkijken als hij thuiskomt met een middel van de concurrent. Aangetrokken door het succes van Prozac brengen heel wat andere bedrijven in de jaren tachtig en negentig namelijk serotonineremmers op de markt. De namen daarvan doen er niet toe, want de gezamenlijke serotonineremmers worden vaak simpelweg onder de naam prozac samengevat. In dat gebruik wordt de naam ook regelmatig met een kleine letter geschreven: ‘Voel je je niet prettig, neem dan een prozacje.’
Ook in samenstellingen blijkt Prozac populair te zijn. Dat beperkt zich niet tot samenstellingen waarin de naam verwijst naar psychofarmaca in het algemeen, zoals prozacmaatschappij (‘maatschappij waarin stemmingen door antidepressiva beïnvloedbaar zijn’), prozacpersonages (‘voorheen sombere lieden die dankzij antidepressiva blije mensen geworden zijn’) en prozacgen (‘gen dat betrokken is bij de regulatie van serotonine’). Er zijn ook samenstellingen waarin prozac een figuurlijke betekenis heeft. Zo kijken mensen die de wereld voorheen door een roze bril zagen, nu soms door een ‘prozacbril’ (Het Parool, 3-6-1998), en al gaat het nog zo slecht met de economic of op het werk, je hebt altijd mensen die er de ‘prozacsfeer’ (‘Het gaat toch lekker!’) in weten te houden (Algemeen Dagblad, 2-3-2002).
Minder incidenteel is het figuurlijke gebruik in combinaties waarin prozac synoniem is met stemmingverbeteraar in het algemeen. Zo wordt het sint-janskruid in de krant getypeerd als ‘natuurlijke prozac’ (de Volkskrant, 16-5-2001) en ‘prozac van moedertje natuur’ (De Morgen, 25-6-2001). Elders wordt popmuziek afgeserveerd als ‘muzikale prozac om de nostalgie naar het verleden mee te voeden’ (de Volkskrant, 30-8-2000).
Het leek erop dat prozac - getuige afleidingen als prozacje en samenstellingen als prozacgeneratie - à la aspirine in onze taal zou inburgeren. Maar de kans daarop lijkt te zijn verkeken sinds het octrooi op Prozac is verlopen en het marktaandeel ervan terugloopt ten gunste van Prozac-klonen. Als prozac niettemin eens in het woordenboek terechtkomt, dan zal dat vrijwel zeker met de genoemde betekenis zijn: ‘stemmingverbeteraar (in eigenlijke en figuurlijke zin)’.