Onze Taal. Jaargang 72

[p. 244]

Kort verslag jaarvergadering Onze Taal

Peter Smulders - directeur secretariaat Onze Taal

Ruim dertig leden en medewerkers van Onze Taal waren op donderdag 5 juni 2003 aanwezig op de algemene ledenvergadering van de vereniging. De verschillende verslagen kwamen aan de orde, er werd gediscussieerd tussen bestuur en leden, en er was een korte voordracht.

Het jaar 2002

Uit het jaarverslag blijkt dat het aantal verzoeken om taaladvies opnieuw sterk is toegenomen: een stijging naar 13.586 vragen, een toename van bijna 18% ten opzichte van het jaar 2001. De Taaladviesdienst bracht 18,5% meer aan betaalde opdrachten in rekening dan in 2001 (opbrengst €60.911,-) en ontving voor de vele telefonische adviezen via het 0900-nummer €8495,-. Voor het project ‘Taaladvies on line’ werd door de Nederlandse Taalunie aan Onze Taal een projectvergoeding betaald van €36.000,-.

Jan Renkema houdt een lezing op de Jaarvergadering van Onze Taal.
Foto: Onze Taal

In 2002 begon Onze Taal in samenwerking met Van Dale Lexicografie met Taalpost, een elektronische nieuwsbrief die drie keer per week gratis aan geïnteresseerden wordt toegestuurd. Eind 2002 had deze taalbrief al bijna 9000 abonnees. Verder mag de uitgebreide website van Onze Taal zich met 2300 bezoekers per dag verheugen in een nog steeds toenemende belangstelling. Via deze website kwamen in 2002 bovendien 1218 aanmeldingen van nieuwe leden binnen. Het ledenbestand nam met 5,7% af van 43.197 eind 2001 tot 40.750 op 31 december 2002. De bijzondere leerstoel ‘Taalverzorging’ aan de Universiteit van Tilburg werd voor het derde jaar voortgezet.

Naar aanleiding van de notulen van de vorige jaarvergadering vraagt de heer Bunk of het jaarverslag voortaan op de website van Onze Taal geplaatst zou kunnen worden. De voorzitter zal stimuleren dat dit gebeurt. De heer Ter Heide geeft het bestuur naar aanleiding van het jaarverslag een compliment voor Taalpost, dat hij buitengewoon geslaagd vindt.

Financiën

Met een positief saldo van €10.769,- over 2002 heeft de vereniging voorzichtig genoeg geopereerd, stelt penningmeester H. van der Steen vast. Ondanks een daling van het ledental heeft 2002 door de contributieverhoging naar €19,- toch hogere inkomsten gegeven. Op de kosten van het tijdschrift is in 2002 veel bespaard door een nieuw drukcontract; een deel daarvan is in 2003 geïnvesteerd in vierkleurendruk van het tijdschrift per 1 januari 2003.

De kascommissie heeft de staat van baten en lasten onderzocht en akkoord bevonden. De jaarvergadering keurt de jaarrekening, opgesteld door accountants van BDO, goed en dechargeert het bestuur voor het gevoerde beleid.

De heer Schrauwers wil van het bestuur graag weten waarom er geen lopende begroting bij de stukken zit. De penningmeester antwoordt dat een lopende begroting een interne leidraad is, en dat het niet gebruikelijk is die tussentijds aan de ledenvergadering voor te leggen - de leden beoordelen achteraf het beleid van het bestuur en daarmee ook het gevoerde financiële beleid. Het bestuur zal in overweging nemen de lopende begroting voortaan aan de jaarlijkse stukken toe te voegen.

Discussie en rondvraag

De discussie na de pauze is bijna geheel gewijd aan een petitie van de Stichting Nederlands. In die petitie wordt aan de leden van de Tweede Kamer gevraagd actie te ondernemen tegen de plannen van instellingen voor wetenschappelijk onderwijs om hun onderwijs in de masterfase nog louter in het Engels aan te bieden. De stichting verwacht dat deze plannen op den duur kunnen leiden tot het verdwijnen van het Nederlands en wil dat de instellingen wordt gewezen op hun wettelijke plicht het Nederlands te hanteren. De petitie is ter medeondertekening voorgelegd aan het Genootschap Onze Taal en het Algemeen-Nederlands Verbond. Het bestuur van Onze Taal heeft aangegeven de petitie liever niet te tekenen. De heren Fagg en Schrauwers van de Stichting Nederlands vragen aan het bestuur een toelichting op de gemaakte keuze en willen met de ledenvergadering hierover een discussie voeren.

Voorzitter Kist van Onze Taal licht toe dat hij bescheidenheid voorop wil laten staan: het bestuur wil niet als buitenstaander op de stoel van de universiteitsbesturen gaan zitten en hun beleid beoordelen. Mevrouw Le Clercq, secretaris van Onze Taal, wijst op niet-neutrale bewoordingen in de petitie: ‘de universitaire instellingen maken haast het Nederlands zo snel mogelijk overboord te zetten’. Onze Taal-lid Hogeweg vindt dat de petitie slecht geschreven is, doorschiet en onwaarheden bevat - in een petitie aan de Kamer zou elk woord goed overwogen moeten zijn, en dat is in dit geval niet zo. De heer Smulders haalt als aanvulling enkele aanbevelingen aan uit het KNAW-rapport Nederlands, tenzij... In de petitie wordt verwezen naar het warme pleidooi in dit rapport voor de versterking van het Nederlands als taal van de wetenschap. Smulders laat met enkele citaten zien dat de interpretatie van het rapport in de petitie eenzijdig is: in het genuanceerde rapport wordt evengoed gepleit voor bevordering van het gebruik van het Engels en voor tweetaligheid van wetenschappers. Het Engels zou zelfs, als lingua franca van de wetenschap, een structureel deel moeten gaan uitmaken van het onderwijs aan alle hogere opleidingen.

De heer Vis zou willen weten wat voor het onderwijs de consequen-

[p. 245]

ties zijn van internationale afspraken in EU-verband. Uit de toelichting van de heer Smulders blijkt dat internationalisering en verengelsing van opleidingen deels voortvloeien uit het Verdrag van Bologna, waarin EU-landen zich verplicht hebben hogere opleidingen toegankelijker te maken voor studenten uit andere EU-landen.

De heer Van Wingen suggereert dat het bestuur van Onze Taal duidelijk mag stellen dat wél het informeren en voorlichten over het Nederlands tot de allereerste taken van Onze Taal behoort, maar niet het actie voeren ter verdediging van de positie van die taal.

De rondvraag wordt afgesloten met een vraag van de heer Vis over de herziening van het Groene Boekje. Wat is de stand van zaken, wil hij van Jan Renkema weten. De bedoeling is volgens Renkema niet dat de regels worden aangepast. Ludo Permentier, ingewijd in de materie, geeft een voorbeeld van een ontsporing die kan worden rechtgetrokken: hartelust is ten onrechte niet hartenlust geworden omdat dat woord door de alfabetische vermelding bij naar hartelust over het hoofd is gezien toen andere woorden met harte- werden omgezet in harten-.

De avond werd afgesloten door Jan Renkema, die een presentatie hield over toegepast onderzoek dat wordt uitgevoerd binnen de leerstoel ‘Taalverzorging’ van het Genootschap Onze Taal.