Geschiedenis of straat
Ravelijn
Riemer Reinsma
Op deze kaart van Willemstad, uit 1749, wordt het ravelijn aangeduid met de letter H.
Uit: N. de Roy van Zuydewijn, Neerlands veste. Langs vestingsteden, forten, linies en stellingen. Den Haag, Sdu Uitgevers, 1988
Ravelijn komt in zeventien steden als straatnaam voor (bijvoorbeeld in Bergen op Zoom) - en dan tel ik de Ravelijnstraten en wat dies meer zij nog niet eens mee. Een ravelijn was een veelvoorkomend onderdeel van de verdedigingswerken rondom een stad. Deze verdedigingswerken hadden elk een eigen naam. Twee ravelijnen in Goes leven nog voort in de straatnamen Ravelijn de Grenadier en Ravelijn de Groene Jager. Het woord is ontleend aan het Frans (raveline), dat het op zijn beurt heeft ontleend aan het Italiaans (ravellino of rivellino). Dit laatste is een verkleinvorm van het Italiaanse riva, dat zich ontwikkeld heeft uit het Latijnse ripa, dat ‘oever’ betekent.
De oude stadswallen mochten dan hoog en steil zijn en op de tijdgenoot een vreeswekkende indruk maken, ze hadden meestal een belangrijk nadeel: er waren dode hoeken waar het eigen geschut niet kon komen. Maar de vestingbouwers waren niet voor één gat te vangen en hadden een oplossing: je bouwt buiten de vestinggracht een vooruitgeschoven versterking. Van daaruit bestrijk je dan de gedeelten van de stadswal die niet vanuit de bastions of de stadspoort te verdedigen zijn. ‘De hedendaegsche Ingenieurs verstercken den buytensten boort van de graft [= vestinggracht] met ravelijns en halve maenen’, schreef de Amsterdamse kapitein (en ingenieur) Henrick Ruse in 1654.
De bemanning op de ravelijnen was soms behoorlijk groot. ‘Op de ravelijnen, en Halve-Manen, welke de Vyanden willen bespringen, moet men 100.150. en selfs tot 200. mannen onderhouden, wanneer sy groot zijn’, lezen we in een standaardwerk over vestingbouw dat in 1672 uit het Frans vertaald werd. Vanuit de stad kon men het ravelijn in komen door een onderaardse, gemetselde gang.
Uit de lucht gezien had het ravelijn de vorm van een drie- of vijfhoek, of van een halve maan. Een van de ravelijnen die nog intact zijn, is het Ravelijn op den Zoom in Bergen op Zoom: een vijfhoekig eilandje in de stadsgracht (of wat daarvan nog over is). Bergen op Zoom had in verband met zijn strategische ligging aan de Schelde een groot garnizoen, en wist in de Tachtigjarige Oorlog diverse belegeringen te doorstaan. Aan de reputatie van onneembaarheid kwam in 1747 een eind toen de Fransen erin slaagden de stad te veroveren. In een verslag uit die tijd kunnen we onder meer lezen hoe ‘hunne Mineurs [= soldaten die ondergrondse gangen groeven] (...) het Ravelyn Dedem met ondermynen tragteden te beschadigen’. Dat is blijkbaar goed gelukt: ravelijn Dedem is niet meer.