Licentiëren/licenseren
? Kun je van licentie een werkwoord afleiden (met de betekenis ‘licentie verlenen (aan)’)? En schrijf je dat dan als licenseren of als licentiëren?
! Geen enkel hedendaags woordenboek kent een werkwoord dat bij licentie hoort. Alleen de Spellingwijzer Onze Taal (2002) noemt licentiëren. Die spelling ligt meer voor de hand dan licenseren, omdat er in licentie zelf ook een t zit; vergelijk differentiëren (van differentie), potentiëren (‘verhogen, versterken’; van potentie) en substantiëren (van substantie). Ook in licentiaat, een andere afleiding van licentie, komt de t uit het grondwoord terug.
De vorm licenseren zou correct kunnen zijn als de grondvorm niet licentie maar licensie was; vergelijk ook recenseren bij recensie. Licensie bestaat echter niet. Dat de spelling licenseren in de praktijk vaak voorkomt, is waarschijnlijk te wijten aan invloed van het Engels, dat het werkwoord to license kent.
Licentiëren bestond in ouder Nederlands overigens ook, zij het met een andere betekenis. Het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT, deel VIII,I, 1916) vermeldt het werkwoord licentieeren, met als belangrijkste betekenis ‘iemand verlof, toestemming geven voor een bepaalde zaak’. Een voorbeeldcitaat dat hierbij gegeven wordt is ‘De Gouverneur... (zal) gelicentieerd wezen, en vry staan, den gemelden debiteur te doen opzoeken’ (1628).