Ander woord voor... outlet
De laatste jaren duikt in het Nederlandse winkelstraatbeeld steeds vaker het woord outlet op. Nederland heeft zelfs een heel outletdorp: Batavia Stad in Lelystad. Outlet betekent letterlijk ‘verkooppunt’. Maar wat houdt het begrip precíés in? De Volkskrant van 2 juni jl. over outlet shopping: ‘In de VS en Engeland is outlet shopping al een populair fenomeen; een concentratie van vooral kledingwinkels in een toeristische omgeving, waar fabrikanten merkartikelen met korting direct aan de consument aanbieden. Het gaat hierbij vooral om restpartijen, retourzendingen of overproductie van bekende merkkleding of andere artikelen.’
Batavia Stad en de in de Volkskrant beschreven centra zijn plaatsen waar verschillende outlet-zaken zich geconcentreerd hebben. Maar dergelijke winkels komen ook steeds vaker op zichzelf voor. Zo heeft menige dure kledingzaak tegenwoordig een afzonderlijk outlet-filiaal. Overigens is outlet niet alleen van toepassing op kleding; ook cd's, dvd's en zelfs meubels worden via outlets aan de man gebracht.
Kort gezegd houdt outlet dus in dat restpartijen met korting verkocht worden. Dit gebeurt direct vanuit de fabriek; er komt dus geen detailhandel aan te pas. Wij vragen ons af of het verschijnsel outlet aan te duiden is met een eenduidig Nederlands woord. Hebt u een suggestie, stuur die dan voor 25 augustus naar de Taaladviesdienst, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. Emailen kan ook: taaladvies@onzetaal.nl. De inzender van het beste alternatief wordt beloond met een boekenbon van €25,-, beschikbaar gesteld door de Stichting LOUT.
Batavia Stad in Lelystad: een compleet outlet-dorp.
Foto: Ad van der Kouwe