Hom of kuit
Meer Nederlandstalige wetenschap
Frank Jansen
Er zijn taalkwesties waarover heel verschillend kan worden gedacht. Taalkundige Frank Jansen behandelt maandelijks zo'n kwestie. Hij steekt daarbij zijn eigen mening niet onder stoelen of banken, en eindigt telkens met een stelling, waarop u kunt reageren.
Moeten geesteswetenschappelijke publicaties vaker in het Nederlands worden gesteld? De Koninklijke Nederlandse Akademie van Wetenschappen (KNAW) vindt van wel, blijkens het onlangs verschenen rapport Nederlands, tenzij... (zie ook de aprilaflevering van de rubriek ‘Tamtam’).
Ik vind dat goed. De KNAW besteedt alleen zo veel aandacht aan algemeen-culturele argumenten voor dit standpunt dat de hoofdzaak een beetje onderbelicht blijft. Waar het om gaat is dat wetenschappelijk publiceren contact zoeken is met anderen, net zoals in een gesprek. En net als bij gesprekken sluiten ook bij geschreven taal zender en ontvanger impliciet een contractje af waarin ze afspreken om elkaar zo goed mogelijk te begrijpen en samen te werken. De taal die de meeste lezers het best begrijpen, is dus de geschiktste taal.
Stel, een wetenschapper heeft iets nieuws gevonden. Dan zijn er in ieder geval twee groepen mensen die daar belangstelling voor hebben. Ten eerste is er soms een algemeen publiek dat het nieuws interessant en leuk vindt om te weten. Ten tweede zijn er mensen die de nieuwe vondst kunnen gebruiken in hun werk. Zo maken bijvoorbeeld tekstschrijvers gebruik van onderzoek naar tekstadviezen. Beide soorten publiek zullen een Nederlandstalige publicatie zeker op prijs stellen.
Maar er is nog een derde publiek. Dat wordt gevormd door collegawetenschappers. Hun taak is te controleren of het onderzoek deugt. In dat geval ligt Engels meer voor de hand. Er zijn toch zeker veel meer wetenschappers die wel Engels maar geen Nederlands kennen dan wetenschappers voor wie het omgekeerde geldt? Dat is niet relevant. Zinvolle toetsing is pas mogelijk door het nieuws tegen de juiste achtergrond te plaatsen. En bij geesteswetenschappen vormen de Nederlandse taal en cultuur die achtergrond. Zo ben ik nauwelijks geïnteresseerd in opinies over mijn onderzoek naar beleefde brieven als die opinies komen van collega's die denken dat we hier op klompen tussen ijsberen vertoeven.
Ik ga nog een stapje verder: dat een artikel in het Nederlands gesteld is, kan voor de lezers juist een signaal zijn dat de inhoud vooral voor Nederlanders relevant is. Zo wordt de kans iets groter dat het artikel opgemerkt wordt. Of, malicieuzer gezegd, een artikel dat zonder goede reden in een Engelstalig blad verschijnt, is waarschijnlijk voor niemand interessant.
Daarom luidt de stelling deze keer:
Geesteswetenschappers moeten gestimuleerd worden om hun wetenschappelijk werk in het Nederlands te publiceren.
Bent u het eens of oneens met deze stelling? Breng voor 30 juni uw stem uit op onze website: www.onzetaal.nl. U kunt ook per post reageren; stuur een briefkaart met ‘Wetenschappelijke publicaties in het Nederlands’ of ‘Wetenschappelijke publicaties niet per se in het Nederlands’ naar de redactie van Onze Taal, Raamweg 1a, 2596 HL Den Haag. In de volgende aflevering de uitslag van de stemming.