A. Spelling
1. | a. geoxideerd |
2. | a./b. icon/icoon (beide juist) |
3. | b. kantklosster |
4. | b. sms'je |
5. | a. tapeje |
6. | c. Verre Oosten |
|
B. Woordenschat
1. | a. bijziend |
2. | a. bemoeizucht van oma's (volgens Van Dale) |
3. | a. borreltje |
4. | b. verzwijging |
|
C. Fouten
1. | Pasen; zijn moet haar zijn (verwijst naar periode); leidt; het scherp van de snede. |
2. | in arren moede; het tweede of moet en zijn (i.v.m. tussen); 5-mei-viering; beide; vraagteken moet punt zijn. (N.B.: of dat is correct; het hoeft niet of of te zijn.) |
|
D. Extra
b. Wie zijn taal met Attisch zout kruidt, is erg spitsvondig. Attisch zout is een vertaling van het Latijnse sal Atticum (aangetroffen bij onder anderen Cicero). Sal betekent niet alleen ‘zout’, maar ook ‘gevatheid’. De uitdrukking verwijst naar de inwoners van Attica (het deel van Griekenland waarin Athene lag), die bekendstonden om hun gevatheid. |