Persoonlijk
Maar je kunt ook anders ‘redeneren’: voor de moderne taalgebruiker is zowel...als... niet gelijk aan (net) zo goed als, maar aan én... én..., of gewoon en. En dan is een meervoudige persoonsvorm ten minste óók mogelijk: ‘Én de piloot én de generaal werd(en) beschoten’, respectievelijk ‘De piloot en de generaal werden beschoten.’
In zulke gevallen gingen wij van de ANS, voorzover dat mogelijk was, kijken hoe zo'n constructie gebruikt werd in de praktijk. Zo heb ik in het Instituut voor Nederlandse Lexicologie in Leiden grote aantallen zowel...als...-zinnen uit boeken en kranten op het computerscherm bekeken, en genoteerd of de persoonsvorm enkelvoudig dan wel meervoudig was. Als resultaat van deze operatie kwam er in de ANS te staan: ‘In het taalgebruik bestaat (...) een duidelijke voorkeur voor het meervoud’ (blz. 1516).
De consequentie voor de taaladvisering lijkt me in ieder geval de erkenning van beide mogelijkheden te zijn. Het uitspreken van een voorkeur heeft natuurlijk iets persoonlijks. Wie een zowel... als...- zin met enkelvoudige persoonsvorm ‘beter’ vindt - om welke reden dan ook - zal ook geneigd zijn een ander te adviseren het enkelvoud te gebruiken. Als ík taaladviseur was, zou ik desgevraagd een cliënt het meervoud aanraden en erbij zeggen waaróm: omdat het het meest voorkomt. De taaladviesdienst zou dit blijkbaar niet doen.
De Taaladviesdienst ‘zou’ dit niet doen, schrijf ik, want de aanleiding tot mijn ingezonden brief was geen taaladvíés maar een taaltést. Het ging dus om een ‘verklaring van goed of fout’. Dat kan ook moeilijk anders in een taaltest. Boven de rubriek waarin de zin met de gewraakte constructie voorkwam, stond ‘Zoek de fouten’, en bij de antwoorden werd als een van de ‘fouten’ het meervoudige werden vermeld. En dat gaat wel erg ver. Té ver, vind ik.