‘Liet ze daar vooral aan denken...’
Gebiedende wijs in de verleden tijd
M.C. van den Toorn - emeritus hoogleraar Nederlandse Taalkunde, Groesbeek
‘Heb je een wens...’
Janwillem Plat - Amersfoort
Het radioprogramma Steen en been show van de VARA had jaren terug op Radio 3 de rubriek ‘Vraag het de VARA!’ Luisteraars konden een ludieke wens insturen, en presentator Jack Spijkerman vervulde die dan met de hulp van een bedrijf of een instelling. Als de wens niet diezelfde uitzending nog werd vervuld, kwam Jack Spijkerman er de week erna op terug. De bijbehorende jingle: ‘Vroeg het de VARA!’
In het laatste nummer van de vorige jaargang van Onze Taal staat een aardige observatie van Toon Gordijn uit Enschede, die op de radio iemand had horen zeggen: ‘Kwam daar nog eens om.’ In het redactionele naschrift wordt gesteld dat in het Nederlands geen gebiedende wijs in de verleden tijd kan staan en dat in schrijftaal wel een andere formulering zou zijn gekozen.
Toch zijn van dit verschijnsel heel wat voorbeelden te vinden in geschreven bronnen, en wel in de zogenoemde semi-directe rede. We kennen allen de directe en de indirecte rede:
- | Piet dacht bij zichzelf: ‘Ik ga er maar eens vandoor.’ (directe rede) |
- | Piet dacht bij zichzelf dat hij er maar eens vandoor zou gaan. (indirecte rede) |
De semi-directe rede houdt het midden daartussen: de verledentijdsvormen van de indirecte rede blijven gehandhaafd, de eerste persoon (ik) wordt vervangen door een derde persoon (hij of zij), maar de woordvolgorde van de directe rede wordt aangehouden. Vooral ter weergave van de gedachten van personen in romans is dit procédé overbekend. Onze voorbeeldzin wordt dan: ‘Hij ging er maar eens vandoor.’
Wanneer nu een gebiedende wijs moet worden weergegeven, komt de auteur met zijn semi-directe rede in de problemen. Zo denkt een persoon in een roman: ‘Ik moet Norit hebben, maar kom daar maar eens om in een café.’ Dat wordt op de volgende, zonderlinge manier opgelost:
- | Norit moest ie hebben om z'n maag tot rust te brengen maar kwam daar maar eens om in een café.
(Mensje van Keulen, Bleekers zomer, Amsterdam, 1972, blz. 34) |
Nog twee voorbeelden van hetzelfde geval:
- | Kinderen praten nu gewoon tegen vreemde volwassenen. Nou, kwam daar bij ons maar eens om.
(Tine van Buul, geciteerd in NRC Handelsblad, 12-12-1996) |
- | Kwam daar eens om vier langoustes op een bordje, aangereikt met zwoele, oriëntale blik.
(Bob den Uyl, Gods wegen zijn duisteren zelden aangenaam, Amsterdam, 1976, blz. 19) |
Maar ook de weergave van andere gebiedende wijzen leidt tot dezelfde vreemde omzettingen:
- | Deze dinosaurus onder de computers vrat 140 kilowatt per uur voor 18.000 radiobuizen; ieder uur ging een buis kapot en wist dat ding dan maar te vinden.
(P. van Dijk en S. Rozendaal, NRC Handelsblad, 28-11-1979) |