Onze Taal. Jaargang 70
(2001)– [tijdschrift] Onze Taal– Auteursrechtelijk beschermd
Papiamento?
| |
Naschrift redactieDe heer Heuvel heeft in ieder geval voor een deel gelijk: Papiaments wordt op de Nederlandse Antillen ‘Papiamentu’ genoemd en op Aruba ‘Papiamento’. Dit onderscheid weerspiegelt een verschil in uitspraak, en vormt een van de vele, overwegend kleine verschillen tussen de twee taalvarianten. Toch betekent dit niet dat we ook in het Nederlands dat onderscheid tussen Papiamento en Papiamentu moeten maken. In Nederlandse naslagwerken als De grote taalatlas (1998), de grote Van Dale (1999), Kramers (1996), Koenen (1999) en Verschueren (1996) wordt er namelijk bij Papiaments/-o/-u (bijna geen enkel boek noemt ze alle drie) geen enkel onderscheid gemaakt tussen de taal van de Nederlandse Antillen en die van Aruba. | |
‘De katten zijn naar Wateringen’
| |
Articulatieluiheid [1]
| |
[pagina 332]
| |
mobiel telefoneren heel erg hun best moeten doen om duidelijk over te komen. Ik vraag me af of Van Oostendorp ooit getuige is geweest van zo'n gesprekje. ‘Kom je vanavond?’ wordt [kommievanaaf], waarbij de k wordt uitgesproken als de g van gorgonzola. Ook schrijft Van Oostendorp dat de verandering van [school] in [schoow] niet alleen luiheid kan zijn, omdat mensen dan ook [woop] zouden moeten zeggen in plaats van [loop]. Dit slaat werkelijk nergens op. Ik had het over de l aan het eind van een woord, niet aan het begin. De p en de b aan het begin van een woord worden vaak zeer zwak uitgesproken. Dit is een dialectisch verschijnsel, maar dan wel een dat zich over de hele Randstad uitbreidt. De heer Van Oostendorp heeft mij niet kunnen overtuigen van mijn ongelijk. En eigenlijk zou ik wel willen dat ik ongelijk heb. | |
Articulatieluiheid [2]
| |
Naschrift redactieKomend voorjaar zullen we uitgebreid terugkomen op deze kwestie. | |
De retorica van Bush
| |
De of het? [1]
| |
Naschrift redactieOns naschrift bij de reactie van Marijke van der Kleij is gebaseerd op onder meer de Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997). Dit naslagwerk bevat veel meer informatie over het geslacht van dierennamen dan wij in ons naschrift konden weergeven. Wat Sytze Dam opmerkt, is er voor een deel in terug te vinden, en nog veel meer. Zo vormen volgens de ANS de/het kameleon, de/het welp en benamingen voor vee de uitzonderingen op de ‘regel’ dat dierennamen meestal de-woorden zijn. Over vee meldt de ANS nog: ‘Meestal is de algemene benaming een het-woord, evenals de naam voor het (!) jong; er bestaan afzonderlijke de-woorden voor de volwassen mannelijke en vrouwelijke dieren.’ En als voorbeelden hierbij noemt de ANS: het rund, de stier, de koe, het kalf en het hoen, de haan, de hen, het kuiken. Maar dat het inderdaad behoorlijk lastig is om woordgeslachten op basis van betekenis in regels te vangen blijkt wel uit de uitzondering op deze uitzondering: het varken/zwijn, de beer, de zeug maar dé big. | |
De of het? [2]
|
|