Trocador
Maar wat is eigenlijk een centenvanger? En wie is er hier mee bedoeld? Is het de chauffeur van de bus, die hier wordt voorgesteld als iemand die wel heel gemakkelijk ‘zijn centen vangt’? Een lijntrekker, een zakkenvuller, een nietsnut? Of is het een bijnaam voor een passagier, bijvoorbeeld een steevast meereizende bedelaar of zwerver, die leeft van de centen, stuivers en dubbeltjes die bij het kaartjes kopen overschieten? Is centenvanger misschien een ander woord voor winkella of centenbak, een sterk vooruitstekende onderkaak, en is met een centenvanger dan iemand met zo'n centenbak bedoeld?
Centenvanger is een woord dat in het Nederlands heel goed zou kunnen bestaan, maar dat toch niet in de woordenboeken te vinden is. Van Dale kent het niet, het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT) kent het niet, en het is tot nu toe ook op geen enkele internetpagina gesignaleerd. De woordenboeken kennen wel de centenbijter, de centenknijper en de centenneuker, familie van de duitenteller, de duitendief en de duitenkliever: allemaal andere namen voor vrekken, gierigaards of buitengewoon sterk in geld geïnteresseerden. Daarnaast is er ook nog, uit de soldatentaal, de centenhaak of centenkraai: de betaalmeester. Zit er op deze vroege ochtend op de boulevard van Maceió nu een thesaurier in de bus of een geldwolf?
De oorspronkelijke, Portugese tekst spreekt hier van een ‘trocador’, een ‘trocador de ônibus’. Wat is een trocador? Iedereen die in Brazilië weleens een bus genomen heeft, schijnt het te weten. Mijn Braziliaanse informanten zagen hem desgevraagd meteen zitten en gaven er ongevraagd meteen een uitgebreid signalement en een levendige situatieschets bij. Een trocador zit achter in de bus, naast de achteringang, op een hoge stoel, met op zijn buik een versleten leren tas, of achter een tafeltje met een geldlade. Naast het tafeltje zit een draaihekje. Wie bij de trocador ‘een kaartje koopt’, krijgt in de praktijk meestal geen kaartje, soms nog wel een dun doorzichtig papieren bonnetje, bij wijze van aankoopbewijs. Ook om een andere reden kan er nauwelijks van verkoop worden gesproken: de ritprijs is zo laag dat de trocador vrijwel alleen kleingeld ontvangt. Overigens kruipen kinderen meestal gewoon onder het draaihekje door. De trocador zit dwars op de rijrichting van de bus, dus met zijn rug naar het raam gekeerd. Als hij recht vooruit kijkt, kan hij door het zijraam naar buiten kijken. Als de passagiers zijn ingestapt, geeft de trocador met een muntstuk een harde tik op het formica blad voor hem: teken voor de chauffeur om weer op te trekken. Op rustige lijnen en op stille uren schijnt de trocador door de zojuist ingestapte passagiers nog weleens uit zijn halfslaap gewekt te moeten worden.