Armeens, Albanees, Tochaars
Tot slot drie talen die, om diverse redenen, minder belangrijk zijn voor de taalvergelijking: het Armeens, het Albanees en het Tochaars. Het Armeens en Albanees zijn twee talen die veel leenwoorden hebben opgenomen en behoorlijk wat veranderingen hebben ondergaan ten opzichte van de moedertaal. Het Armeens is vanaf ongeveer 400 n.Chr. geschreven, en wel in een geheel eigen schrift. Geschreven documenten van het Albanees zijn pas vanaf 1500 bekend. Het aantal Armeense en Albanese verwanten met Nederlandse woorden is gering, maar ze zijn beslist niet afwezig. Zo zijn de Armeense woorden jaunem ‘ik pleng’, meg, mayr en mun verwant met het Nederlandse gieten, mist, moeder en mug. De Albanese woorden mi, natë, shpreh en palë zijn verwant met het Nederlandse muis, nacht, spreken en vouw.
Het Tochaars is tussen de zesde en de achtste eeuw n.Chr. geschreven (in een Indisch lettergreepschrift) en daarna spoorloos verdwenen. Omstreeks 1900 zijn in het Tochaars geschreven handschriften gevonden in het Tarimbekken in China. Het gaat daarbij voornamelijk om boeddhistische teksten die zijn vertaald uit het Sanskriet. Er zijn twee varianten: Tochaars A en Tochaars B. Het Tochaarse materiaal is slechts gedeeltelijk gepubliceerd en wordt daarom maar zelden als vergelijking bij een erfwoord vermeld. Verwant met het Nederlands einde zijn Tochaars A antus, Tochaars B entwe ‘daarna’, verwant met hoog zijn Tochaars A koc en Tochaars B kauc.
Het Myceens of Lineair B
Van het Sanskriet, Grieks en Latijn bestaan dus verreweg de meeste teksten. Dat is de reden dat bijna bij ieder Nederlands woord dat tot het Indo-Europees kan worden herleid, wel een verwant uit een of meer van deze talen wordt vermeld. Waarom beperken de etymologische woordenboeken zich daar eigenlijk niet toe? Daarvoor zijn goede redenen: hoe meer verwanten gevonden zijn, hoe zekerder een Indo-Europese herkomst is en hoe preciezer betekenisverschuivingen en klankveranderingen in kaart gebracht kunnen worden. Woorden die slechts in één of enkele takken voorkomen, kunnen bijvoorbeeld in die takken zijn geleend uit een niet-Indo-Europese taal.
De volgende keer komen de naaste familie van het Nederlands en het ontstaan van het Nederlands als aparte taal aan bod.
Het evangelie in het Sanskriet, devanagari-alfabet