Geschiedenis op straat
De Aa
Riemer Reinsma
Een ‘aa’ was een rivier of een meertje. In ons waterrijke land komt het woord vanzelfsprekend óók veel voor als naam voor een straat die in de buurt van een water lag of ligt. Straten en wegen met de naam De Aa liggen verspreid over een flink deel van het land: van Boekel (Noord-Brabant) tot Breukelen (Utrecht), en van Groessen (Gelderland) tot Wierden (Overijssel).
Het ultrakorte woord aa is het resultaat van eeuwenlange slijtage. Het komt sinds onheuglijke tijden alleen nog maar voor als eigennaam, maar is lang geleden ook een soortnaam geweest. In het oude Nederlands zijn daar geen bewijzen van, maar in het vroegmiddeleeuwse Duits (750-1100) bestond er een woord aha (‘water’). Gaan we nog verder in het verleden terug, dan blijkt het woord nóg iets langer te zijn geweest: in het Gotisch (een uitgestorven Germaanse taal, vierde eeuw na Chr.) werd het geschreven als ahva. Klassiek gevormde lezers zal inmiddels een licht opgaan: aa is nauw verwant met het Latijnse aqua (‘water’).
Maar als het ware om al die slijtage goed te maken, kreeg aa in de loop van de tijd een fors aantal uitspraakvarianten. In sommige streken (Friesland, Noord-Holland, Zeeland) veranderde de aa-klank in een ee, zoals we kunnen zien aan de naam van het Friese dorp Ee (genoemd naar een water). Dat gebeurde meestal vanaf de twaalfde eeuw - in de ene streek zette de verandering eerder in dan in de andere. Maar ook de ee-uitspraak was lang niet in alle streken definitief. In sommige gebieden waar de ee-klank zich gevestigd had, trad na enige tijd een nieuwe klankverandering op: de ee werd in sommige delen van Friesland en Noord-Holland een ie-klank. En nog was het eindpunt niet bereikt. Immers, in een deel van Noord-Holland veranderde de ie op zijn beurt weer in een ij-klank, zoals nog te zien is aan de naam van het IJ, de levensader van Amsterdam. Al met al heeft de oorspronkelijke aa een flink deel van het alfabet doorlopen. Let wel: er is dus een vrijwel onwrikbare volgorde in al deze klankveranderingen. Aa werd ee, ee werd ie, ie werd ij. Het is vrijwel ondenkbaar dat aa rechtstreeks ie werd, laat staan dat het omgekeerde gebeurde en een ie in een aa veranderde. Enkele voorbeelden die deze ontwikkelingsroute illustreren: Krommenie (= ‘krom water’) heette in 1484 nog Crommenee, en Middelie (middel-ie = ‘middenwater’) werd in 1277 nog met een aa-klank uitgesproken: het werd toen gespeld als Middela.
‘Hét IJ’, zeggen we nu als vanzelfsprekend, maar eigenlijk ligt dat onzijdige geslacht helemaal niet voor de hand. We spreken immers van ‘de rivier dé Aa’. Oorspronkelijk was er dan ook sprake van een vrouwelijk woord, net als in het Latijn. Ook in Friesland is het nog een de-woord, zoals blijkt uit de waternaam De Dokkumer Ee en uit straatnamen zoals De Olde Ee (Boerakker). IJ was aanvankelijk ook een de-woord. In een bron uit 1482 lezen we over schepen die ‘ter halver Ye zouden gaen leggen [= “liggen”]’. In de zeventiende eeuw was dat veranderd. IJ gold toen al volop als een het-woord, denk maar aan Vondels dichtregel:
De Ransdorper Die, de Holysloter Die en de Uitdammer Die, allemaal samentrekkingen van De Ie.
© Topografische Dienst, Emmen
Aen d'Aemstel, en aen 't Y, daer doet sich heerlijck ope
Sy die, als Keyserin, de kroon draeght van Europe.
Deze geslachtsverandering is volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal voortgekomen ‘uit vaak gebezigde verbindingen als b.v. op d'IJ, waaruit bij snelle uitspraak al heel licht op 't IJ ontstaat’. Sommige taalkundigen plaatsen echter hun vraagtekens bij deze verklaring.
Kennelijk is de streek boven Amsterdam een uitstekende voedingsbodem voor misverstanden. Want ook in Waterland, waar de ie-klank nog bewaard was gebleven, had men er moeite mee vast te stellen waar het lidwoord ophield en het zelfstandig naamwoord begon. Hier plakte men de en Ie aan elkaar vast, zodat er een nieuw woord ontstond: Die. Het dorp Bergen heeft een straat met de naam Die; de naam herinnert overigens niet aan een watertje dat daar in de onmiddellijke omgeving gelegen heeft.
In Breukelen treffen we de straat Oud Aa aan. Deze naam is het tweelingbroertje van Oud Ade, een dorp in Zuid-Holland. In Oud Ade vond men dat de oorspronkelijke naam, Oud Aa, niet deftig genoeg klonk; zoals la minder chic klinkt dan lade, en chocola net iets minder plechtig is dan chocolade. Echter, er is een belangrijk verschil. La is wel uit lade ontstaan, maar Aa niet uit Ade. Dat laatste woord berust op fantasie.