Straattaal
Peter de Langen - Amstelveen
‘Heeft u vroeger wel eens wat gedjaft, meester?’, vroeg een van mijn leerlingen mij laatst. Ik kende het woord djaffen inmiddels; de kinderen gebruiken het in plaats van stelen of jatten.
Mijn leerlingen zijn gemiddeld twaalf jaar en wonen in een zogenoemde multiculturele wijk. De meeste allochtone leerlingen spreken met hun ouders hun moedertaal en met hun broers en zussen ook wel Nederlands. Op school móéten ze Nederlands spreken, en dat doen ze redelijk, maar op straat wordt een soort Nederlands gesproken dat doorspekt is met woorden en zinsdelen die afkomstig zijn uit diverse talen. Dit mengsel wordt ook wel ‘straattaal’ of ‘smurfentaal’ genoemd. René Appel wijdde er in Onze Taal van juni 1999 een artikel aan.
Soms worden in straattaal bestaande Nederlandse woorden van een andere betekenis voorzien. Als voorbeeld noem ik de woorden gierig en wreed, die normaal gesproken een ongunstige lading hebben. In jongerentaal zijn ‘gierige schoenen’ mooie schoenen, en is een ‘wrede film’ een prachtige film. Een ander voorbeeld is de voorganger van djaffen, het woord straffen, dat ook ‘stelen’ betekent. ‘Hij heeft mijn pen gestraft’, hoorde je dan. Inmiddels heeft het woord straffen blijkbaar weer afgedaan. De ontwikkelingen in de straattaal gaan dan ook zeer snel. Wanneer een leerling bijvoorbeeld twee jaar terug door een opmerking op zijn nummer werd gezet, riep iemand anders uit de klas vaak ‘wrede bok’ om de nederlaag te benadrukken. De wrede bok verdween en is inmiddels alweer vervangen door de ‘scot’.
Tot slot een van de laatste ontwikkelingen. Sinds vorig schooljaar hoor ik vooral Marokkaanse leerlingen woorden als schoenen of stop uitspreken met [sj] in plaats van [s], net zoals in de eerste letters van het Duitse Schuh. Ze zeggen: ‘Hé, niet sjlijmen hè’, of: ‘Dat is een sjlechte film.’ Het werkt, zelfs de leerkracht maakt er gebruik van: ‘Zo, en nu aan het werk, en zorg dat het sjtil blijft.’ Ze lachen erom en het blijft rustig.