Arthursagen
In De Boers stuk staan echter enkele vreemde gedachtegangen. Hij stelt Tom Thumb/Tom Pouce bijvoorbeeld gewoon gelijk aan Kleinduimpje. Zo vind je het weliswaar in de hedendaagse woordenboeken, maar 150 jaar geleden, toen het tompoesgebakje ontstond, was dat anders.
Tom Thumb is een figuur uit de Arthursagen, die destijds in Frankrijk en in Nederland totaal onbekend was, en dat nu nog steeds is. Kleinduimpje is een heel ander personage; hij komt uit Contes de ma mère l'oye (Sprookjes van moeder de gans, 1697) van Charles Perrault en heet in het Frans Le Petit Poucet. Déze sprookjesfiguur was zeker toen en is ook nog vandaag geen gemeengoed in Engelstalige landen.
In december 1842 kreeg de showman Phileas Barnum in New York een jongetje van vier jaar te zien, dat sinds zijn zesde maand niet meer gegroeid was. Hij kwam hooguit tot aan zijn knie. Hij huurde deze Charley Stratton als attractie in en bedacht meteen een artiestennaam: Tom Thumb. Barnum vertelt in zijn memoires dat hij de kleine dwerg naar de miniridder uit de Arthursagen noemde en hoe hij het inmiddels zesjarige jongetje uitlegde wat die naam betekende. Twintig jaar lang oogstte Tom Thumb een overdonderend succes. Toen hij op 18 januari 1844 de eerste keer naar Europa vertrok, kwamen tachtigduizend Amerikanen afscheid nemen. Aan boord was ook een privé-leraar die hem zijn hele repertoire in het Frans aanleerde en zijn naam letterlijk in het Franse Tom Pouce vertaalde, een naam die voor de komst van Stratton nog nergens voorkwam in Frankrijk of in de rest van het Europese vasteland. Pas later, nadat Stratton in een theaterstuk de rol van Kleinduimpje vertolkt had, werd Tom Pouce min of meer synoniem met Le Petit Poucet.