Skiplinks

  • Tekst
  • Verantwoording en downloads
  • Doorverwijzing en noten
Logo DBNL Ga naar de homepage
Logo DBNL

Hoofdmenu

  • Literatuur & taal
    • Auteurs
    • Beschikbare titels
    • Literatuur
    • Taalkunde
    • Collectie Limburg
    • Collectie Friesland
    • Collectie Suriname
    • Collectie Zuid-Afrika
  • Selecties
    • Collectie jeugdliteratuur
    • Basisbibliotheek
    • Tijdschriften/jaarboeken
    • Naslagwerken
    • Collectie e-books
    • Collectie publiek domein
    • Calendarium
    • Atlas
  • Periode
    • Middeleeuwen
    • Periode 1550-1700
    • Achttiende eeuw
    • Negentiende eeuw
    • Twintigste eeuw
    • Eenentwintigste eeuw
Onze Taal. Jaargang 70 (2001)

Informatie terzijde

Titelpagina van Onze Taal. Jaargang 70
Afbeelding van Onze Taal. Jaargang 70Toon afbeelding van titelpagina van Onze Taal. Jaargang 70

  • Verantwoording
  • Inhoudsopgave

Downloads

PDF van tekst (16.84 MB)

Scans (423.81 MB)

ebook (21.09 MB)

XML (1.88 MB)

tekstbestand






Genre

sec - taalkunde

Subgenre

tijdschrift / jaarboek


In samenwerking met:

(opent in nieuw venster)

© zie Auteursrecht en gebruiksvoorwaarden.

Onze Taal. Jaargang 70

(2001)– [tijdschrift] Onze Taal–rechtenstatus Auteursrechtelijk beschermd

Vorige Volgende
[pagina 111]
[p. 111]

Vraag en antwoord

Taaladviesdienst

Kleine letter aan begin van zin

? Wij schrijven de naam van ons bedrijf helemaal met kleine letters: bbf arbeidsvoorwaardenadvies. Moeten we een hoofdletter gebruiken als we een zin beginnen met onze naam?

 

! Ja. Er verschijnen steeds meer namen die met een kleine letter beginnen, zoals eBay, chello en iMac (en het aanverwante iBook, iMovie, iProfit en iTunes). De bedenkers van deze namen wijken - om verschillende redenen - bewust af van de regel dat namen met een hoofdletter beginnen. Omdat naamgevers zelf de schrijfwijze van een naam vaststellen, zit er niets anders op dan deze afwijkende schrijf-wijzen over te nemen.

Aan het begin van een zin geldt echter voor álle woorden, ook voor namen, dat ze met een hoofdletter moeten worden geschreven:

 

-Pc-gebruikers [normaal pc-gebruikers] onderschatten de ernst van een muisarm.
-De Volkskrant [normaal de Volkskrant] lees ik in de trein.
-EBay [normaal eBay] is een bekende veilingsite.
-Bbf arbeidsvoorwaardenadvies geeft werkgevers gedegen advies.

 

Er zijn twee uitzonderingen op de regel dat een zin met een hoofdletter moet beginnen. Ten eerste krijgt in een zin die begint met een afgekapt woord het tweede woord een hoofdletter: ‘'t Was een warme dag’, ‘'s Ochtends kom ik moeilijk op gang.’ De tweede uitzondering geldt voor zinnen die met een getal of symbool beginnen: ‘28% van de ondervraagden gaat drie keer per jaar op vakantie’, ‘@-tekens zijn tegenwoordig in bijna elke tekst te vinden.’

Berber(s)

? Een vriendin van mij van Noord-Afrikaanse afkomst zegt dat ze Berbers spreekt. Volgens mij bedoelt ze Berber. En is zij zelf een Berber, een Berberse, of nog iets anders?

 

! Uw vriendin is een Berberse, een Berbervrouw of een Berber, en ze spreekt Berbers.

In Van Dale (1999) vinden we het zelfstandig naamwoord Berber, dat ‘lid van het Berbervolk’ betekent, en het meervoudige Berbers: ‘autochtone bevolkingsgroep in Noord-Afrika’. Ook noemt Van Dale het bijvoeglijk naamwoord Berbers (‘van, betreffende de Berbers’). De taal wordt niet genoemd, maar normaal gesproken is de taalnaam van een land of volk gelijk aan het bijvoeglijk naamwoord ervan. De taalnaam Berbers wordt wel vermeld in de Spellingwijzer Onze Taal (1998) en de Nieuwe Spellinggids van de Nederlandse Taal (1997).

De vrouwelijke inwonernaam is vaak hetzelfde als het bijvoeglijk naamwoord met een -e erachter: Nederlandse, Duitse, Engelse, en daarom ook Berberse; de Nieuwe Spellinggids vermeldt daarnaast Berbervrouw. Bovendien kan Berber als sekseneutrale aanduiding worden gebruikt.

Heen( )kijken

? In een artikel las ik: ‘Je moet door dat masker heen kijken.’ Heenkijken staat echter als één woord in het Groene Boekje. Had het hier dan ook niet aaneengeschreven moeten worden?

 

! Nee, de schrijfwijze in twee woorden is correct. Heen maakt geen deel uit van een werkwoord heenkijken, maar is een achtergeplaatst voorzetsel dat hoort bij het voorzetsel door in het zinsdeel door dat masker heen. Er zijn meer voorzetsels in combinatie waarmee heen kan voorkomen, namelijk om, over en langs: ‘Hij bleef om zich heen kijken’, ‘Je zult wel over dat verlies heen komen’, ‘Het is langs me heen gegaan.’ De Algemene Nederlandse Spraakkunst (ANS, 1997) noemt enkele tientallen combinaties van twee voorzetsels (een vooropgeplaatst en een achtergeplaatst), zoals naar... toe, onder... door en tussen... in.

Waarom het Groene Boekje heenkijken heeft opgenomen, is ons niet duidelijk. Heen kan in een samengesteld werkwoord alleen gebruikt worden met de betekenis ‘weg’: heengaan betekent ‘weggaan, vertrekken; sterven’, heenzenden betekent ‘wegzenden’. Heenkijken zou dus ‘wegkijken’ moeten betekenen, maar dit woord is niet in de woordenboeken te vinden en komt volgens ons ook niet voor.

Iets op je bord/brood krijgen

? Moet ik bord of brood gebruiken in de zin ‘Als het misgaat, krijgt Henk het op zijn bord/brood’?

 

! Als u bedoelt dat Henk er de schuld van krijgt dat het misgaat, gebruikt u brood; als Henk de problemen moet oplossen die ontstaan als het misgaat, is bord juist.

Er is dus een betekenisverschil tussen de uitdrukkingen iets op je brood krijgen en iets op je bord krijgen, waarvan overigens enkele varianten bestaan (bijvoorbeeld met geven of leggen). Bij de varianten met brood gaat het om schuld of een verwijt, bij die met bord om taken waarmee iemand wordt belast of problemen die hij of zij moet oplossen. Doordat de woorden bord en brood sterk op elkaar lijken, is de kans groot dat ze worden verward.

De varianten met bord zijn betrekkelijk jong. Van Dale neemt er pas sinds de elfde druk (1984) een voorbeeld van op: ‘de vragen werden op het bord van het gemeentebestuur gelegd, daaraan voorgelegd, ter beantwoording doorgespeeld’, en sinds de twaalfde druk (1992) nog een: ‘dat krijgt zij op haar bordje, zij wordt met die taak belast, zij moet daar voor opdraaien’. Ook Verschueren en Koenen vermelden dergelijke uitdrukkingen nog niet zo lang, en Kramers en De grote Prisma Nederlands zelfs helemaal niet.

Varianten van de uitdrukking met brood komen daarentegen al sinds de Middeleeuwen voor. Volgens het Woordenboek der Nederlandsche Taal (WNT, deel III, I, 1902) en het spreekwoordenboek van dr. F.A. Stoett uit 1943 kon het gebruikte werkwoord geven zijn, maar ook leggen, zetten, schieten, hangen, enz. (Het WNT geeft als uitleg over de herkomst een citaat uit het spreekwoordenboek van C. Tuinman uit 1726: ‘zo dat hy 't als met zyn brood moet opeeten en verduwen, al valt het hem niet zeer smaakelyk’.) De hedendaagse woordenboeken geven bij (iemand) iets op zijn brood geven betekenissen als ‘iets verwijten’ en ‘de schuld van iets geven’, en bij iets op zijn brood krijgen ‘als verwijt krijgen’, ‘bezuren’ en ‘de schuld van iets krijgen’. Naast iets op zijn brood krijgen komt overigens ook iets op zijn boterham krijgen voor.


Vorige Volgende

Footer navigatie

Logo DBNL Logo DBNL

Over DBNL

  • Wat is DBNL?
  • Over ons
  • Selectie- en editieverantwoording

Voor gebruikers

  • Gebruiksvoorwaarden/Terms of Use
  • Informatie voor rechthebbenden
  • Disclaimer
  • Privacy
  • Toegankelijkheid

Contact

  • Contactformulier
  • Veelgestelde vragen
  • Vacatures
Logo DBNL

Partners

Ga naar kb.nl logo KB
Ga naar taalunie.org logo TaalUnie
Ga naar vlaamse-erfgoedbibliotheken.be logo Vlaamse Erfgoedbibliotheken