Wetenschappelijke namen
Over de herkomst van wetenschappelijke plantennamen is veel minder geschreven dan over die van de volksnamen. Ten onrechte, want ook over deze namen valt veel interessants op te merken. Het uitgebreidst is het Verklarend woordenboek van wetenschappelijke plantennamen van C.A. Backer uit 1936, dat onlangs opnieuw is uitgegeven. Backer geeft voor ongeveer 22.500 wetenschappelijke namen van Nederlandse en Indonesische bloemplanten en varens de betekenis, afleiding en uitspraak.
Zo kunnen we in Backers woordenboek vinden dat Stellaria van het Latijnse woord stellaris ‘stervormig’ komt - dat verwijst naar de vorm van de bloemkroon - en dat media de vrouwelijke vorm van het Latijnse woord medius ‘middelste, het midden houdend’ is, dat verwijst naar de middelmatige grootte van de kroon in vergelijking met andere soorten van het geslacht Stellaria.
Wetenschappelijke namen hebben vaak dezelfde benoemingsmotieven als volksnamen, alleen zijn ze niet direct doorzichtig voor wie geen Latijn of Grieks kent. De groeiplaats zien we in azalea (van het Griekse azaleos ‘droog, dor’), de tijd van bloeien in primula (van het Latijnse primus ‘eerste’), de duur van bloeien in ageratum (van het Griekse agèratos ‘nooit oud wordend’), de kleur in chrysant (van het Griekse chrusos ‘goud(geel)’), en de geneeskrachtige werking in orchidee (van het Griekse orchis ‘teelbal’, omdat de plant als afrodisiacum werd beschouwd).