Irritante tussentaal
Geert Vanhecke - Londen
Al vijf jaar woon ik als Vlaming in Londen, waar ik onder meer Nederlands doceer aan volwassenen. Mijn leerlingen zijn vooral Britten. Sommigen hebben een Nederlandstalige partner of willen in Nederland of België gaan wonen, en anderen hebben het Nederlands nodig voor hun werk of dragen onze taal gewoonweg een warm hart toe. De meeste Britten zijn nog steeds eentalig, maar daar begint verandering in te komen. Het zou weleens zo kunnen zijn dat mijn Britse leerlingen over een aantal jaren beter Nederlands spreken dan de meeste Vlamingen.
Onlangs was ik weer in België. Elke Nederlandstalige weet dat Vlamingen dialectsprekers zijn. Ik draag dialecten een warm hart toe, maar toch vind ik het heel jammer dat ik in Vlaanderen zo weinig goed Nederlands hoor. Als ze geen dialect gebruiken, spreken Vlamingen verkavelings-Vlaams, zoals Geert Van Istendael - in zijn boek Het Belgisch labyrint - deze irritante tussentaal al noemde. Verkavelings-Vlaams is geen dialect, het is geen standaardtaal, het is niet meer dan een tussentaaltje. Maar helaas zijn er Vlamingen die deze ontaal in plaats van het Nederlands als officiële standaardtaal willen invoeren. Waarom toch steekt die idiote zelfgenoegzaamheid met het eigen tussentaaltje steeds vaker de kop op in Vlaanderen?
Het meest schuldig aan dit Vlaamse monster zijn de radio en de televisie. Vroeger keken Vlamingen vaak naar de Nederlandse televisie. In 1989 werd de VTM opgericht en kon Vlaanderen voor het eerst van commerciële televisie genieten. De VTM maakt gretig gebruik van verkavelings-Vlaams. Ook de VRT, de vroegere BRT(N), en dan vooral de radio, doet er tegenwoordig graag aan mee. Tijdens mijn laatste bezoek aan België hoorde ik de overigens mooie Vlaamse radiostemmen om de haverklap verkavelings-Vlaams gebruiken. ‘Zeg, 't is schoon weer, doe maar gerust uw vensters open, en als ge goesting hebt kunde straks nog ietske winnen met ons prijsspel.’ Die vervlaamsing doet mij pijn, maar zij is blijkbaar niet tegen te houden. Er heerst een gevoel van ‘we doen het zelf wel’. Vlaamse uitgevers verklaren met trots dat de Vlaamse literatuur ook in het buitenland aanslaat, terwijl Jo Vally op de radio een Vlaamse versie zingt van een Julio Iglesias-hit. Vroeger kwamen er van elke nieuwe Disney-film twee versies in de Vlaamse bioscopen: de originele Engelstalige en een Nederlandstalige, altijd ingesproken door Nederlandse acteurs. Tegenwoordig is een Nederlands gesproken versie niet goed genoeg meer voor Vlaanderen, en steekt men tijd en geld in het maken van een Vlaams gesproken versie. Het verkavelings-Vlaams klinkt al zo vertrouwd in de oren dat men het Nederlandse accent niet meer kan verstaan (of wil verstaan).
Vlamingen vragen me weleens of ik Nederlander ben. Ze vragen zich af waarom ik zo keurig Nederlands spreek. Met mijn familie spreek ik mijn West-Vlaamse dialect, maar in alle andere omstandigheden spreek ik Nederlands. Waarom? Omdat ik een taal wil spreken, en verkavelings-Vlaams is dat niet.
Dat het Nederlands in Vlaanderen anders klinkt dan in Nederland, is volkomen normaal. Het Engels in de Verenigde Staten is anders dan dat in Groot-Brittannië. In Oostenrijk hoor ik een ander Duits dan in Duitsland, maar toch weten we allemaal dat Oostenrijkers Duits spreken (en geen Oostenrijks). Waarom moet ik dan zo vaak tegen heug en meug uitleggen dat het Nederlands ook in België een officiële taal is?
Dat bekrompen ‘we doen het zelf wel’-gevoel in Vlaanderen moet ophouden. Veel Vlamingen vinden Nederlanders eigenwijs en arrogant, een veralgemenisering die de vooroordelen steeds weer aanwakkert. Wanneer ik pleit voor goed Nederlands hoor ik Vlamingen weleens beweren dat ik me schaam om Vlaming te zijn, en dat ik eigenlijk Nederlander wil zijn. Wat een onzin! Wie dit beweert, blijft zich verschuilen achter zijn bekrompenheid. Nederlanders en Vlamingen moeten meer samenwerken! De officiële taal van Nederland en Vlaanderen is het Nederlands! Dat is een feit, en dat kan maar beter ook zo blijven.