Zet neer, dat woord!
René Appel - taalkundige, Amsterdam
In discussies over taalverandering, vrijwel altijd opgevat als verarming of verloedering, zijn meestal de bekende, uitgekauwde voorbeelden aan de orde: hun als persoonlijk voornaamwoord in de eerste naamval, als in plaats van dan als voegwoord van vergelijking, of verlaging van klinkers in het Poldernederlands, zoals in de inmiddels befaamde en door Jan Stroop veelvuldig geciteerde frase ‘Blaif bai mai’. Als het gaat om veranderingen in de woordenschat wordt vaak verwezen naar de grote invloed van het Engels, maar andere, sluipende innovaties blijven meestal buiten beschouwing. Zo vind ik het toenemend gebruik van het werkwoord neerzetten opmerkelijk. De jongste editie van de grote Van Dale geeft zes betekenissen van neerzetten, met uiteraard als eerste ‘ergens plaatsen’. In verband met de huidige populariteit van neerzetten is vooral de tweede betekenis relevant, omdat die breder wordt toegepast. Van Dale geeft van die tweede betekenis, die in feite tot stand komt in specifieke contexten, de volgende omschrijvingen:
- | (schilderkunst) in toetsen aanbrengen (ook van literaire kunst gezegd), met liefde zijn al die kleine, karakteristieke trekken neergezet (Kelk); |
- | (van acteurs) (op overtuigende wijze) spelen, syn. uitbeelden, vertolken: een rol neerzetten; Marijke zet een schitterende Badeloch neer; (ook wel van andere uitvoerende kunstenaars) deze dirigent zet een robuuste Haydn neer; |
- | (sportterm) Ids Postma [in de vorige uitgave van Van Dale was dit nog Ard Schenk - RA] zette een prachtige tijd neer, maakte een mooie, snelle tijd; |
- | noteren, opschrijven. |
Neerzetten lijkt dienst te gaan doen als vervanger van allerlei specifieke werkwoorden. In recensies van toneelstukken worden tegenwoordig nog zelden rollen vertolkt of uitgebeeld, maar vrijwel alleen nog neergezet. Mensen vertellen geen verhaal, maar ze zetten het neer. Een concept wordt niet weergegeven of geformuleerd, maar neergezet. Bij de Olympische Spelen in Sydney werd er ook van alles en nog wat neergezet, zoals de volgende uitingen illustreren (het specifiekere werkwoord staat steeds tussen haakjes):
- | Ze hebben een uitstekende prestatie neergezet (geleverd). |
- | Hij slaagde er net niet in een nieuw record neer te zetten (vestigen). |
- | We hebben wel degelijk een goed niveau neergezet (gehaald). |
Maar ook in andere sectoren van de maatschappij lijkt neerzetten aan een onstuitbare opmars bezig. Hier volgen nog vier voorbeelden.
- | We zijn erin geslaagd met typografie en achtergrond-motief de sfeer van het boek neer te zetten (weer te geven). |
- | Van der Veer zette op de familiezender een mix neer van amusement en informatieve programma's (presenteerde). |
- | Sinds Uli Hoeness, de manager van Bayern München, zo'n twee weken terug Daum in een interview had neergezet als een cocaïnegebruiker en een hoerenloper, zat de stemming er goed in (afgeschilderd). |
- | Party-organisator Ted Langenbach is donderdag onderscheiden met de Laurenspenning 2000 voor de wijze waarop hij, soms tegen de stroom in, een bijdetijdse culturele werkelijkheid neerzet door het promoten van dansmuziek als bindmiddel van culturen (creëert). |
Wat mij betreft zou deze laatste zin ook nog wel een prijs verdienen in de categorie ‘modieuze krompraat’, maar daar gaat het nu even niet om. Ten slotte nog een stukje woordkunst van de huidige minister van OCenW, Hermans, die dus ook medeverantwoordelijk is voor het Nederlandse taalonderwijs: ‘We zullen maatregelen die op andere plaatsen zijn getroffen, ook in het onderwijs neerzetten’ (toepassen/invoeren).
Natuurlijk is het overmatig gebruik van neerzetten geen voorbeeld van werkelijke taalverarming. De woorden die neerzetten vervangt, blijven immers bestaan. Op z'n hoogst is er sprake van vervlakking van het taalgebruik van individuele sprekers en schrijvers van het Nederlands.