In elkaar plakken
‘Wat ze vooral moeten kunnen, is zich documenteren, internet op gaan en bestanden downloaden. Die eisen hebben niets meer met het vak te maken. Het verzamelen van informatie en in elkaar plakken van een
“Het idee - vooral ook in literaire kringen aangehangen - dat je taalvaardiger wordt als je maar veel met literaire teksten omgaat, bleek niet juist.”
werkstuk vindt men blijkbaar belangrijker dan kijken naar de inhoud.’
Het gaat uiteindelijk om de vraag hoe je leerlingen taalvaardiger maakt. Je kunt ze lastige stukken laten lezen die boven hun niveau liggen, je kunt ze alineaverbanden laten aanwijzen. Een vriend van mij heeft les gehad van dichter en publicist Cornets de Groot. Die behandelde als leraar Nederlands alleen maar gedichten in de klas.
‘Misschien maak je leerlingen taalvaardiger door vooral poëzieonderwijs te geven, maar dat acht ik onwaarschijnlijk. Ik heb eens een onderzoekje gedaan onder onze studenten naar het verband tussen hun schrijfvaardigheid en het onderwijs dat ze op de middelbare school hadden gehad. Daaruit kwam naar voren dat mensen die hadden geleerd betogende opstellen te schrijven, beter waren in het schrijven van een scriptie dan de studenten die verhalen hadden leren schrijven. Het idee - vooral ook in literaire kringen aangehangen - dat je taalvaardiger wordt als je maar veel met literaire teksten omgaat, bleek niet juist.’
Maar je wordt wel beter als je Taaldaden of z'n opvolger Textuur gebruikt?
‘Het verband is moeilijk vast te stellen. Het effect kán ook niet groot zijn: taalvaardigheid is slechts marginaal te beïnvloeden. Het onderwijs levert maar een heel klein stukje van wat je aan taal en taalgebruik meekrijgt. En als de leerling niet betrokken is, niet een beetje slim, niet kritisch, dan is het boter aan de galg. Ik denk dus dat aanleg, motivatie en ook pure oefening veel belangrijker zijn dan bijvoorbeeld theoretische kennis over alineaverbanden.’
Ondergraaft u daarmee niet de zin van uw eigen werk als schoolboekenschrijver?
‘Nee, als je taalbeheersingsonderwijs geeft omdat je ervan overtuigd bent dat het een beetje helpt, moet je dat zo goed mogelijk doen. Ik heb me schuldig gemaakt aan het maken van weer een nieuwe methode, maar dat deed ik vanuit het vermoeden dat het enigszins zou helpen. Bovendien - dat is wel aangetoond - is het schoolvak Nederlands ook wel weer interessanter geworden voor leerlingen dankzij de argumentatieleer.’