Geschiedenis op straat
Zuwe
Riemer Reinsma
Hoe ouder een straatnaam, des te groter de kans dat hij grondig verhaspeld wordt. Het record zou wat dat aangaat weleens op het conto van de Zuwe kunnen staan. De naam komt vooral voor in het ‘Groene Hart’ van de Randstad. We vinden bijvoorbeeld een Zuwe in Baambrugge, Bodegraven, Kortenhoef en Driebergen-Rijsenburg, en een Korte Zuwe in Werkhoven en Nieuwer-Ter-Aa. De naam Zuwe is net een eeuwenoude munt die door duizenden handen is gegaan, en waarvan de ronde vorm allang verdwenen is en de beeltenis half uitgewist. Weinig herinnert er meer aan dat de oorspronkelijke, middeleeuwse vorm sidewende luidde, of, wanneer je dat woord in modern Nederlands ‘vertaalt’, zijdewende. Een zijdewende was een dijk die zich van de hoofddijk ‘afwendde’ en dus dwars op de richting van de hoofddijk stond. Maar later kon het ook een aanduiding voor een weg zijn, en nog later was het soms ‘een sloot of vaart (naast een weg)’, zoals A.A. Beekman meedeelt in zijn standaardwerk Dijk- en waterschapsrecht in Nederland vóór 1795 (1905).
De Baambrugse Zuwe was (en is) een dwarsdijk: hij takte af van de hoofdweg (links), die van het noordwesten naar het zuidoosten loopt. Aan de andere kant van de A2 vindt hij zijn voortzetting in de Zuwe, die zelf is afgetakt van een hoofdweg in Abcoude.
We vinden de nog niet versleten vorm van het woord zijdewende nog vrijwel intact terug in de Noord-Hollandse plaatsnaam Zijdewind - die zoals men nu begrijpt niets te maken heeft met de straffe wind die daar zo hardnekkig pleegt te waaien. En ook in Rotterdam, Puttershoek en Vijfhuizen (in de Haarlemmermeer) heeft de oude vorm Zijdewinde als door een wonder weten te overleven. De Rotterdamse Zijdewindestraat is genoemd naar een boerderij met de naam Zijdewinde, die daar ooit heeft gestaan - en die op haar beurt uiteindelijk weer genoemd was naar zo'n dwarsdijk.
Maar dit zijn uitzonderingen. De vervormingen vieren hoogtij. Het hevigst heeft de slijtage toegeslagen in Uitgeest, Nieuwkoop en Zwammerdam, waar de naam is samengebald tot één lettergreepje: zien. Zo heeft Uitgeest een Ziendijk, een Zienlaan en een Ziendervaart. Sceptici zullen wellicht denken: je kunt me nog meer vertellen, bewijs het maar eens. Welnu, in een bron uit 1634 wordt gesproken over ‘de voorschreve Siende ofte Sydtwint van Aerlanderveen’. De ie-klank van Ziendijk moet een overblijfsel uit de Middeleeuwen zijn, want normaal gesproken zou die zich in de zeventiende eeuw tot de tweeklank ij moeten hebben ontwikkeld, volgens dezelfde klankwet die bijvoorbeeld liden heeft veranderd in lijden, en idel in ijdel. De ie-klank vinden we ook nog in de naam van de Achterhoekse dwarsdijk Zieuwent, die het - net als Zijdewind - tot dorpsstatus geschopt heeft. Maar in de Achterhoek is die ie heel gewoon, daar is de ij nooit in het dialect doorgedrongen en zegt men nog steeds ‘kiek'n’ en ‘liek'n’.
Op enkele tientallen kilometers van Uitgeest vervormde men Zijdewend nog weer anders. In Oosterblokker en Westwoud hebben we Zittend, een plaatsje dat in een document uit 1745 nog De Zijdtwindt heette. Het hoeft niet te verbazen dat het mooie maar veelgeteisterde woord Zijdewind ook weleens het slachtoffer is geworden van volksetymologie: soms associeerde men zijde met zuiden, en zo vinden we een Zuidwende in Hendrik-Ido-Ambacht (Zuid-Holland) en in het Groningse Ten Boer. Verder ligt er in Oost-Groningen een dorpje Zuidwending - een paar kilometer treurige lintbebouwing langs een straatweg die zelf óók Zuidwending heet. In 1906 noemde Vivat's encyclopedie dit dorp nog: ‘Zuidwending of Zijdwending’. In datzelfde Oost-Groningen komen we een waarachtig taalkundig wondertje tegen. Immers, in Midwolda gaat een weg die de ‘juiste’ naam Zijdwende draagt, over in een weg met de ‘foute’ naam Lange Zuidwending (cursiveringen van mij).