Bekommaade vraag
Ook Nederlandse schrijvers hebben pogingen gewaagd. De bekende Battus gebruikte een speciaal vraagteken in het boekje Tussen letter & boek, dat in 1985 verscheen ter gelegenheid van een tentoonstelling van het werk van acht grafisch ontwerpers in het Amsterdamse Stedelijk Museum. De punt van het vraagteken was daarbij vervangen door een komma (afbeelding 6). Hij stelde voor dit teken te gebruiken in die gevallen waarbij niet de hele zin, maar slechts een gedeelte ervan een vraag vormde, of zoals Battus het zelf formuleert: ‘Is de punt onder het vraagteken een eind-van-de-zin-teken? dan is ook een bekommaade vraag mogelijk.’
Verder bedacht Harry Mulisch, in Het beeld en de klok (1989), nog een ironieteken, in de vorm van een cijfer 3 met een punt eronder (afbeelding 7). Hij zag de uitroep- en vraagtekens als gemodificeerde cijfers 1 en 2 (met een punt), en analoog daaraan creëerde hij zijn ironieteken.
In 1995 ten slotte werd een prijsvraag uitgeschreven (door het schriftmuseum Scryption in Tilburg in samenwerking met FontShop en de ontwerpersorganisatie bNO) om te komen tot een uniform klemtoonteken om een woord of lettergreep te benadrukken (ter vervanging van andere middelen zoals cursivering of het plaatsen van een ‘accent aigu’). Daar kwam niet zoveel uit. Eervol vermeld werd onder meer een geknakt haakje rechtsboven op klinkers (afbeelding 8). Een liggend streepje onder de klinker (afbeelding 9) won uiteindelijk - een methode die woordenboekmakers echter al jaren gebruiken.