Gouden tijden
Maar er is ook nog de taalzorg of taalverzorging in een beperktere zin van het woord. Dus groter dan in plaats van groter als. En dat je niet moet schrijven een van de personen die meedeed. Een wijdverbreid idee is dat men vroeger zorgvuldiger omsprong met zulke
De computer maakt fouten die een mens nooit zou maken, en daardoor vallen die schaarse fouten ineens geweldig op.
dingen. Dat waren de gouden tijden toen taalmeesters als Charivarius nog in ere waren. Wel wel. Ik heb van Charivarius' boekje Is dat goed Nederlands? een zevende druk: herzien en uitgebreid. Op het titelblad staat de trotse vermelding: 25ste - 27ste duizendtal. Geen kattenpis. Of is het miezerig weinig? Van Jan Renkema's Schrijfwijzer zijn er intussen zo'n 340.000 verkocht. En al die mensen kopen het niet omdat de kleur van het kaftje zo goed bij hun bankstel past. En naast de Schrijfwijzer zijn er op het ogenblik nog minstens tien andere vergelijkbare boeken in de handel, de meeste met forse oplagen. Ook als we rekening houden met een verdubbeling van de Nederlandse bevolking sedert de jaren van Charivarius, lijkt de belangstelling voor taalverzorging nu toch minstens tien keer zo groot.
Het is natuurlijk onnodig om Van den Heuvel te wijzen op het kostelijke boek Geschiedenis van het Nederlands in de 20ste eeuw, want iemand als hij kent dat al half van buiten. Maar om nu iets te noemen uit de andere helft: de afname van het systeem van drie woordgeslachten (mannelijk, vrouwelijk en onzijdig) naar een systeem met twee (de-woorden en het-woorden) is minstens al vanaf de zeventiende eeuw gaande. Inderdaad in het zuiden van Nederland (en in België) trager dan in het noorden. Maar ook daar in het zuiden is het een aflopende zaak. In België kan ik het zelf waarnemen, en voor Helmond hebben we het getuigenis van Van den Heuvel. Ik zie niet welke rampen Helmond te wachten staan als jongere journalisten daar wordt toegestaan wat boven de rivieren al eeuwen dagelijkse praktijk is. We moeten verslechtering wel weten te onderscheiden van de natuurlijke ontwikkeling van de taal. Nu is een conservatief standpunt inzake taalverandering natuurlijk even legitiem als een progressief standpunt, en de conservatief ziet uit de aard der zaak in de toestand van vijftig jaar geleden veel goeds, maar de eerlijkheid gebiedt om die vroegere toestand dan ook te meten met de conservatieve criteria van toen! Van den Heuvels standpunt nadert de cirkelredenering: ik prefereer de vroegere toestand, en warempel, vroeger had men de vroegere toestand: zie je wel dat het vroeger beter was! Zo lusten we d'r nog wel een paar.
De elektronische spellingcorrectie heeft de plaats ingenomen van de corrector van vlees en bloed.
Ik weet niet of ik Van den Heuvel hiermee overtuig van zijn vergissing. Misschien wel niet. Om te voorkomen dat we in een welles-nietessituatie verzeild raken, zou het 't beste zijn als we samen eens een middagje het archief in doken, en oude jaargangen bekeken. Als ik me niet vergis (le style est l'homme même), zou dat nog best eens een gezellige middag kunnen worden.