De ingewanden van het Nederlands
De lettergreep [1]
Battus
‘Alle, maar dan ook alle verschijnselen van onze taal zijn even belangrijk. Alle manieren om die taal te onderzoeken zijn gewettigd’, vindt Battus. In zijn nieuwe serie ‘De ingewanden van het Nederlands’ zal hij ingaan op simpele Opperlandse taalvragen waarop neerlandici het antwoord schuldig blijven. In de eerste aflevering: de lettergreep.
Onze taal is een van de rijkste van de wereld. Acht eeuwen van geschreven vormen, het grootste woordenboek van de wereld, tienduizenden anderstaligen die het leren, denkers en dichters zoals geen ander taalgebied ze kent. Toch lees je over het Nederlands altijd depressieve verhalen. Elke ontwikkeling wordt als verloedering gezien. Overal worden gevaren gevreesd. Iedereen wil vaste regels, terwijl de scheppende vrijheid de grootste vreugde van een taal is.
Onze taal is al eeuwen voorwerp van onderzoek. Maar dat gebeurt altijd met een beperkt doel. De taalbeschrijving gebeurt ten eerste om de taal te leren aan kinderen en aan anderstaligen - de Algemene Nederlandse Spraakkunst (1984, tweede druk 1997) vormt hiervan het voorlopige hoogtepunt. De taalbeschrijving gebeurt ten tweede in het kader van de algemene taalwetenschap - Nederlandse linguïsten horen tot de beste van de wereld en er komt dus weleens een Nederlands verschijnsel ter sprake. Ik heb, ten derde, in Opperlandse Taal- en Letterkunde (1981), een meer frivole kijk gekozen, waarbij het om het extreme, curieuze, speelse gaat.
Die drie benaderingen - en er zijn er meer - zijn allemaal oppervlakkig. Ze lijken ook vijandig aan elkaar te zijn. Ik zou een studie naar Nederlandse taal willen bepleiten die niet van een vooraf opgegeven nut uitgaat. Het menselijk lichaam wordt voornamelijk onderzocht in het kader van de medische studie, om zieken te genezen, en daarnaast in het kader van sport en acrobatiek om bijzondere prestaties te leveren. Maar het menselijk lichaam moet om zichzelfs wille grondig onderzocht, beschreven en bejubeld worden. En de Nederlandse taal evenzeer.
Alle, maar dan ook alle verschijnselen van onze taal zijn even belangrijk. Alle manieren om die taal te onderzoeken zijn gewettigd. Ook resultaten die van geen enkel nut lijken voor het onderwijs of voor de algemene taalwetenschap zoals wij die kennen, zijn interessant. In die geest zal ik een aantal artikelen wijden aan geheimen van het Nederlands, waarbij ik vaak kan uitgaan van simpele vragen waarop de neerlandici het antwoord schuldig blijven. Is er een woord van drie lettergrepen, elk van zeven letters? Zijn er woorden waarin elke letter twee keer voorkomt? Begint in een tekst een woord vaker of juist minder vaak dan verwacht met dezelfde letter als waarmee het vorige woord eindigde? Wanneer zal de laatste slot-n van een meervoud hoorbaar zijn? Wat richten Nederlandse woorden als boer en stijl in de wereld aan?
De lettergreep is een taalkundig stiefkind. Hoewel hij van belang is voor de spraak, de poëzie, de grammatica en de typografie, lees je er zelden een goede definitie van. Die is ook in elk van die gebieden verschillend, maar in het Nederlands vallen ze gelukkig vaak samen. Wie luidkeels avonduur en avontuur wil uitschreeuwen, roept na á- de eerste keer vond- en de tweede keer von-. Wie dicht, zal misschien wel de korting aânduur aandurven voor avonduur maar terugschrikken voor aântuur voor avontuur. Wie een regel afbreekt, zal een streepje plaatsen tussen avond en uur, maar niet tussen a en vonduur.
De lettergreep staat tot het woord als de enkelvoudige zin tot de samengestelde zin. Wie in een samengestelde zin het aantal vervoegde werkwoorden telt, weet uit hoeveel enkelvoudige zinnen hij is opgebouwd. Wie in een woord het aantal klinkers telt, weet uit hoeveel lettergrepen het is opgebouwd. Een enkelvoudige zin bevat één werkwoord(sgroep), een lettergreep één klinker(groep). Hoogst zeldzaam zijn de gevallen waar de ontbinding in zinnen of lettergrepen niet eenduidig is. Ik geef van elk een voorbeeld: ‘Ze zagen koei- en en paarden’; deze zin kan twee werkwoorden bevatten of één. En: dijkramp kan kramp in de dij en een ramp met een dijk zijn.