● Stevins bijdrage
Het is natuurlijk niet eenvoudig om Stevins eigen bijdrage aan het Nederlands exact vast te stellen. Gelukkig hebben we met de woordenboeken van Plantijn en Kiliaan gidsen voor het Nederlands van Stevins tijd. Zo is het wel zeker dat de woorden wiskunde en sterrenkunde, die vaak aan Stevin worden toegeschreven, niet van hem zijn: Kiliaan kent al wisconst en sterconst. Hetzelfde geldt voor driehoek en evenwijdig. Wel is van belang dat Stevin ze overneemt en er het gewicht van zijn niet geringe autoriteit aan verleent. Maar meetconst (en haar toepassing, de meetdaet), simpele woorden als omtreck voor ‘periferie’, scherphouck, stomphouck en veelhouck vindt men bij hem voor het eerst, evenals evebeenich en evesijdich, die wij kennen als gelijkbenig en gelijkzijdig. Stevin bedacht ook het fraaie woord evenredigheid voor de gelijkheid van twee verhoudingen. In Stevins stelreghel voor ‘algebra’ herkennen wij onze oude stelkunde, in zijn stofscheyding voor ‘alchimie’ ons scheikunde, in zijn gheneesstof voor ‘medicamentum’ ons geneesmiddel.
Stevins bijdrage aan wat tegenwoordig natuurkunde heet, ligt op de gebieden van de statica en de hydrostatica. Statica heet bij hem weeghconst voorzover het om de theorie gaat - Stevin heeft het niet over theorie, maar over spiegheling - en weeghdaet voor praktische toepassingen; hydrostatica noemt hij waterwicht en waterwichtdaet. Evenwicht betekent bij Stevin nog letterlijk ‘van gelijk gewicht’. Ongelijke gewichten kunnen voor ons ook wel ‘in evenwicht’ zijn, namelijk als op een balans het grootste gewicht op het kortste stuk staat. Voor Stevin is dat geen evenwicht en hij schept daarvoor het woord evestaltwichtich: zulke gewichten, zegt hij, hebben ‘een ghelaet van evenwichticheyt, maer ten is niet eyghen, dan alleenlick na de ghestalt’ (ze zien eruit als gelijke gewichten, maar eigenlijk zijn ze dat niet). Een vondst die jammer genoeg weer verloren ging.
Een pagina uit Stevins De Thiende, Leiden, 1585.
Universiteitsbibliotheek, Amsterdam.
Om wat Stevin vier eeuwen geleden schreef te waarderen, ontbreekt het de moderne lezer vaak aan vakkennis. Soms is dat inhoudelijk, vaker historisch bepaald. Dat Stevin niet van fortificatie maar van stercktebou spreekt, klinkt ook voor ons nog begrijpelijk, maar wie niet weet wat