● Hoog gegrepen
Al gauw bleek dat de ANS voor veel geïnteresseerden toch wel hoog gegrepen was, misschien wel te hoog. Wat professionele taalkundigen nu juist te weinig aanwezig vonden (theorie), vonden de lezers die het ‘algemene’ publiek vormden dikwijls nog te veel en te moeilijk. Heel duidelijk werd hier dat de taalkundige vakman er geen flauw benul van heeft hoe weinig de taalkundig nietonderlegde leek van taalkundige vraagstukken begrijpt en hoe die een oplossing zoekt voor zijn problemen.
•
Er zijn niet altijd pasklare oplossingen te geven voor iemand die op taalkundig gebied een volslagen leek is.
•
Voor de meeste leken is nog wel makkelijk een antwoord te vinden op de aloude vraag of je nu dan of als na een trap van vergelijking moet gebruiken. Het register van de ANS geeft eenvoudig toegang tot deze miniproblematiek. Maar veel moeilijker is het nadere informatie te vinden over een andere taalkundige kwestie die steeds tot hardnekkige misvattingen aanleiding geeft. Ik bedoel hier de plaatsing van het vervoegde hulp-werkwoord in gezegdes in afhankelijke zinnen. We kennen hier twee mogelijkheden: ik hoor dat Esmeralda vertrokken is en ik hoor dat Esmeralda is vertrokken. De eerste volgorde noemt men wel de groene volgorde, de tweede de rode volgorde. Die kleurnamen hebben hier geen betekenis, maar ze zijn ontleend aan de kleuren van de dialectkaarten waarop dit verschijnsel geregistreerd is. Er ligt dus een regionaal verschil aan ten grondslag, maar de leek wil altijd weten welke volgorde beter is, en of de andere misschien fout is, of dat er verschil in betekenis is, of dat het één mooier is dan het ander. Dat zijn nu de vragen waarop het antwoord te vinden moet zijn in een werk als de ANS.
Maar hoe vindt de niet-taalkundige het antwoord op deze vraag? Het moeilijke is dat de terminologie hem ontbreekt om via een register zijn weg te vinden. Termen als rode en groene volgorde of werkwoordelijke eindgroep zijn vaak onbekend; ook weten veel Nederlanders niets aan te vangen met hulpwerkwoord of zelfs werkwoordelijk gezegde. En dan wordt het wel heel lastig om een boek van zo'n 1200 bladzijden te raadplegen. Wat