De Nederlander als polyglot
‘Engels, Frans, Duits - en dan ook nog je eigen taal! Het lijkt wel alsof Nederlanders hun talen van nature spreken.’ Met enige trots nemen we allemaal op z'n tijd zo'n complimentje van verbaasde buitenlanders in ontvangst. En we zijn er langzaamaan ook een beetje in gaan geloven. Nederlanders spreken hun talen.
Maar hoe staat het er eigenlijk voor met de talenkennis van de Nederlanders? Kunnen ze uit de voeten met het Engels en Duits? Hoe reageren Nederlandse exportbedrijven op Franstalige telefonische verzoeken? Kunnen onze ministers het zonder tolken af op internationale conferenties? Zijn Engelsen en Fransen ons aan het inhalen? Is onze trots na de invoering van de Mammoetwet nog wel gepast? Het eerste gedeelte van dit nummer van Onze Taal is helemaal gewijd aan deze kwesties - aan de Nederlander als polyglot.