● Bij je gevoel zitten
Wie denkt dat de sprekers nu hun mening uiten, vergist zich: zij wisselen ‘ervaringen’ uit. Zoals er een verschil bestaat tussen ‘Ik ben boos’ en ‘Er zit bij mij een stuk boosheid’, is er ook een verschil tussen ‘Wat vind je ervan?’ en ‘Hoe beleef je het?’ of ‘Hoe ervaar je het?’ (of zelfs: ‘Hoe sta jij daarin?’) Meningen hebben betrekking op de buitenwereld, ervaringen op de binnenwereld. Een mening kan juist of onjuist zijn, een ervaring is boven discussie verheven. Als het over eigen ervaringen gaat, is iedereen een autoriteit.
Dus als Sjanet zegt: ‘Omdat ik de enige vrouw ben in het team moet ik altijd notuleren. Daar heb ik best moeite mee’, overtreedt ze de etiquette. Theo: ‘Hoho, Sjanet, ik hoor jou eigenlijk zeggen dat jij gediscrimineerd wordt op je vrouw-zijn, maar dat beleef ik toch anders. In mijn ervaring is het zo dat de taken gelijk verdeeld zijn. Dus waar zou dat gevoel van jou vandaan komen? Zit jij - ik denk nu even hardop - wel dicht genoeg bij je gevoel?’
De gesubsidieerde besluiteloosheid die naadloos aansluit bij deze houding is echter aan het verdwijnen. En daarmee verdwijnt misschien uiteindelijk ook de welzijnstaal, te beginnen met de sector waaruit ze is voortgekomen. Want in de no-nonsensejaren negentig stroomt het jargon de andere kant uit: steeds meer beginnen hulpverleners en welzijnswerkers te praten als zakenlieden. Ze leveren een product af, hebben het over ‘efficiency’ en bieden tegen concurrerende prijzen een ‘zorgpakket’ aan. De teamcoördinator heeft zijn gebreide trui ingeruild voor een vlot colbertje en is met zijn kekke koffertje onderweg naar een fusiebespreking.
Zo krijgt de economie voor elkaar wat columnisten en cabaretiers met twee decennia van parodieën en sketches niet hebben bereikt.