● Man-vrouwbeeld
We hebben het taalgebruik in dertig oude en dertig recente kinderboeken
•
Ook de huisvaders uit nieuwe kinderboeken geven nog stereotiepe bevelen en raadgevingen vol moeilijke of grove woorden.
•
onderzocht. De dertig oude kinderboeken waren klassiekers als Aafkes tiental, die nog steeds herdrukt worden. De dertig recente kinderboeken waren alle genomineerd door de kinderjury. Uit ons onderzoek blijkt dat in veel van de hedendaagse kinderboeken moeders zoals die van Daan voorkomen. Moeders die wel carrière maken of studeren, maar die toch onzeker en emotioneel praten; geen taalgebruik dat past bij de succesvolle zakenvrouw. Maar ook de huisvaders uit nieuwe kinderboeken geven nog stereotiepe bevelen en raadgevingen vol moeilijke of grove woorden; niet de taal die past bij iemand die dagelijks voor zijn kinderen zorgt.
Waarschijnlijk laten de meeste kinderboekenschrijvers hun moderne ouderpersonages onbewust stereotiep spreken. Dit is goed te begrijpen, omdat zij zich richten op de inhoudelijke kant van een verhaal, in plaats van op het talige aspect ervan, dat tot de minder grijpbare stilistiek behoort.
Toch is dat talige aspect ook belangrijk. Kinderboeken geven het kind namelijk - samen met andere media, de school en de opvoeders - een beeld van mannen en vrouwen. Wanneer mannen en vrouwen in kinderboeken geëmancipeerd zijn, krijgen kinderen dus een geëmancipeerd man-vrouwbeeld. Maar wanneer die mannen en vrouwen stereotiep spreken, kan bij kinderen een vertekend man-vrouwbeeld ontstaan.
Ouders zijn zich er evenmin van bewust dat vaders en moeders in kinderboeken stereotiep spreken en dat dit het algemene man-vrouwbeeld van hun kinderen kan beïnvloeden. Wanneer schrijvers, ouders en jeugdige lezers zich hier wel van bewust waren, zouden vaders en moeders in kinderboeken misschien heel anders praten.
Dit artikel is geschreven naar aanleiding van een doctoraalonderzoek uit 1993 door Martine Koelemeijer en Soma de Klerk voor de sectie Taalbeheersing van de Rijksuniversiteit Leiden onder begeleiding van dr. A.E.M. Verbiest.