● Inventarisatie
Geboren Nederlanders blijken vaak andere betekenissen aan uitdrukkingen toe te kennen dan het woordenboek doet, ontdekte Kowalska door navraag bij Nederlandse en Belgische proefpersonen. Ook de verschillende woordenboeken spreken elkaar regelmatig tegen in de betekenissen die ze geven. Zo betekent de beest spelen volgens Van Dale ‘opspelen, razen en tieren’, terwijl Koenen de uitdrukking verklaart als ‘zich misdragen’. Misschien is razen en tieren inderdaad te interpreteren als wangedrag, maar dat bedoelt Koenen vermoedelijk niet.
In totaal turfde Kowalska bijna vijfhonderd uitdrukkingen met een dieren- of plantennaam erin. Ze spitte het Woordenboek der Nederlandsche Taal - voorzover voltooid - door, en verder alle gerenommeerde Nederlandse woordenlijsten. Kowalska voerde haar onderzoek uit in het kader van een promotieopdracht van de Universiteit van Wroclaw in Polen, waar ze germanistiek studeerde, met Nederlands als bijvak. Ze spreekt uiterst correct, enigszins archaïsch Nederlands. Het valt op dat ze het Nederlands puristischer behandelt dan veel moedertaalsprekers van het Nederlands.
Van de uitdrukkingen omschreef Kowalska de opbouw en de grammaticale structuur, de hedendaagse betekenis en interpretatie, en ze bekeek voor een deel van haar verzameling de herkomst en etymologie. Vaste verbindingen worden gebruikt om eigenschappen, emoties, handelingen, manieren en personen aan te duiden, als tijdsaanduiding (zij liepen als hazen), als omschrijving van een toestand (de bloemen staan op de ruiten, ‘het vriest’), en als waardeaanduiding (voor een appel en een ei).
Om de zaak compleet te maken, bekeek ze vaste verbindingen waarin in een samengesteld woord een dieren- of plantennaam voorkomt, zoals in in katzwijm liggen en apekool verkopen.
Aardig aan het boek van Kowalska zijn vooral de lijsten met uitdrukkingen en hun betekenis, waardoor tamelijk onbekende verbindingen aan de vergetelheid ontrukt worden. Wat te denken van de poes sturen in de betekenis ‘niet komen opdagen’. En een snoek in een karpervijver, een uitdrukking die duidt op ‘een vreemde, kritische persoon in een rustige omgeving’. Of hooi dorsen, wat neerkomt op ‘zinloos handelen’.