● Dicterende advocaten
Het eerste probleem waar onderzoekers naar mentale processen steevast tegenaan lopen, is de onmogelijkheid een kijkje te nemen in het menselijk brein. Ze zullen daarom uit het gedrag moeten afleiden wat er in dat hoofd is gebeurd. Onderzoekers van het schrijfproces maken tegenwoordig vooral gebruik van twee methoden. Zij geven iemand opdracht een tekst te schrijven en al doende alles te zeggen waaraan hij zit te denken. Of ze laten iemand met een tekstverwerker schrijven waaraan een registratiesysteem is gekoppeld dat elke cursorbeweging van de schrijver vastlegt. Schilperoord heeft gekozen voor bandopnames van advocaten die in hun alledaagse praktijk brieven aan cliënten en collega's dicteren. Beroepsschrijvers dus. Geen proefpersonen die een opdracht uitvoeren, maar mensen uit één beroepsgroep die gewend zijn veel brieven te schrijven, die daarbij geen schrijfangst hoeven te overwinnen, weinig aarzelingen vertonen en die het dicteren alleen onderbreken op momenten dat ze even niet weten hoe de tekst verder moet lopen.
Schilperoord ploos tot op de honderdste seconde nauwkeurig honderdtwintig opnames van brieven uit die zes advocaten aanleverden. ‘Ik wilde voornamelijk kijken naar het pauzeren tijdens het dicteren’, legt hij uit. ‘Pauzeren betekent nadenken. Waar komt dat nadenken voor in het opstellen van een tekst? Tussen alinea's, tussen zinnen, voor deelzinnen, tussen zinsdelen, binnen zinsdelen? En in de tweede plaats: hoe lang duren die verschillende pauzes? Is er een verband tussen de plaats waar een pauze valt en hoe lang die duurt? Op welke momenten stopt de dicteerder de band om een stukje terug te spoelen en te luisteren naar wat hij eerder heeft gezegd?’ Op die manier probeerde Schilperoord inzicht te krijgen in wat er gebeurt in het hoofd van de schrijver juist wanneer die niet daadwerkelijk schrijft, maar nadenkt over het verloop van de tekst.
Schilperoord ontdekte twee opmerkelijke wetmatigheden. Ten eerste blijkt de schrijver voorafgaand aan elke nieuwe eenheid in de tekst even te stoppen. Die pauzes blijken langer naarmate het te bedenken tekstdeel een grotere bouwsteen van de totale tekst vormt. Dus de pauze voorafgaand aan een nieuwe alinea is altijd het langst, die voorafgaand aan een zin het op een na langst, dan volgt die voor een bijzin, enzovoort.