Botataal
Jacques Kraaijveld - tekstschrijver, Gorinchem
In zijn rubriek trakteert Jules Welling ons in dit blad op bijzonderheden in onze moedertaal. Een van de onderwerpen was de topotaal. Zinnen bestaande uit plaatsnamen, zoals Waspik Enschede of Dikkebus Weert Moddergat. Sommigen werden helemaal lyrisch van dit fenomeen en gingen zich te buiten aan prozaïsche ontboezemingen van meer dan een halve pagina.
Dat zal bij het volgende niet zo gemakkelijk zijn. De door Welling bedachte rariteit blijkt namelijk niet beperkt te blijven tot topografie. Ook de flora leent zich ervoor. Hier volgen enkele voorbeelden van botataal:
- | Brave hendrik wouw zegge: marjolein ereprijs. |
- | Vergeet-mij-niet-je-margriet (de kortste brief die Pieter van Vollenhoven ooit kreeg) |
- | Komkommer (Kom, Kommer. Kommer is in deze regio een gebruikelijke jongensnaam.) |
- | Herik, kwets hoe-langer-hoe-liever vlijtig liesje. |
| (Heer, ik kwets hoe langer hoe liever vlijtig Liesje.) |
- | Kikkerbeet juffertje-in-het-groen. |
- | Zwarte els, rieten kale jonker motten kruidnoot. |
| (Zwarte Els, Riet en kale jonker moeten kruidnoot.) |
Het is ook hier duidelijk dat enige vrijheid ten aanzien van spelling, syntaxis en logica nodig is. Het mooist zijn natuurlijk de voorbeelden die een taalkundig zuivere uiting als resultaat hebben.
Om tot dit lijstje te komen had ik genoeg aan de index van Elseviers bloemengids van Noordwest-Europa. Er zijn natuurlijk veel meer botanische naslagwerken vol met namen waarmee je nog mooiere producten kunt verwezenlijken.
De vraag die ik niet kan onderdrukken is: wie verbetert mijn resultaat?