Pc-eend, akkie, bilo: bedrijfstaal
Wim Daniëls
Ik verzamel al jaren thuistaal: woorden en uitdrukkingen die in een gezin ontstaan zijn en alleen daar gebruikt worden. Zoals je thuistaal hebt, zo heb je ook bedrijfstaal: woorden en uitdrukkingen die in een bedrijf of instelling ontstaan zijn en alleen daar in gebruik zijn. Het gaat daarbij dan niet om vakjargon, omdat vakjargon niet aan een bedrijf of instelling maar aan een beroep gekoppeld is, en daardoor in meer bedrijven of instellingen voorkomt. Nee, bedrijfstaal is de ‘thuistaal’ van een bedrijf of instelling. Voorbeelden:
• Pc-eend - Deskundige op het gebied van de automatisering. In gebruik bij bierbrouwerij Bavaria in Lieshout.
‘Vanmiddag komt de pc-eend weer.’ Pc-eend is een variant op de uit de reclame bekende wc-eend.
• Publi - Een medewerker van de afdeling publiciteit bij het Chassé Theater in Breda wordt door collega's zo genoemd.
‘Heeft onze publi deze memo ook gekregen?’
• Punten - Boeken op nummer zetten. ‘Ik ga nu even de romans punten.’ Het woord wordt gebruikt in de openbare bibliotheek in Schagen, en is afgeleid van de nummers die de boeken hebben. Die nummers zijn bijvoorbeeld 5.16 en 5.17, die uitgesproken worden als ‘vijf punt zestien’ en ‘vijf punt zeventien’.
• Akkie - Een aanvraag die in positieve zin is afgehandeld.
De Stichting Schrijvers School Samenleving (SSS) te Amsterdam ontvangt jaarlijks duizenden schriftelijke aanvragen van bijvoorbeeld middelbare scholen die literaire lezingen van schrijvers organiseren. Wanneer de SSS een afspraak met een schrijver rond heeft, komt op de aanvraag ‘akk’ (= akkoord) te staan. Zo'n behandelde afspraak heet op grond daarvan een akkie.
• Bilo - Bilateraal overleg: overleg tussen twee personen. In gebruik bij de Nederlandse Taalunie:
- ‘Weet je waar Greetje is?’
- ‘Ja, die heeft bilo met Johan.’
Naast het zelfstandig naamwoord bilo komt ook het werkwoord biloën voor (biloën - bilode - heeft gebilood): ‘Vanmiddag ben ik biloën met Aart Hoekman.’ In meer schertsende zin wordt ook wel trilo en triloën gebruikt als het gaat om overleg tussen drie personen.
• Bram-pijn - (Spier)pijn die je al voelt voordat hij er werkelijk is. Bij voetbalclub Feyenoord spreken de selectiespelers soms van Bram-pijn. De aanduiding is een vernoeming naar conditietrainer Bram Wassenaar.
• Elektronische ventweg - Een computernetwerk dat in gebruik is bij het Nationaal Instituut voor Kernfysica en Hoge Energie Fysica in Amsterdam. Het netwerk heet elektronische ventweg omdat het niet verward mag worden met de elektronische snelweg. In semi-officiële bedrijfsdocumenten van het instituut wordt als gevolg van de benaming elektronische ventweg ook gesproken van de ventwegcommissie.
• Lopo - Logo-politie.
Het woord is waarschijnlijk gevormd naar Vopo, de Duitse afkorting voor Volkspolizei. In het bedrijf waar het hier om gaat - uitgeverij Misset in Doetinchem - werd op een zeker moment een nieuw logo ingevoerd. Een niet al te officiële commissie moest toezien op een consequent gebruik van dat nieuwe logo. En die commissie ging dus lopo heten.
• Ma-mo - Bij Albert Heijn in gebruik voor ‘maandagmorgenpraatje’. Ma-mo is ook de afkorting van ‘maandagmorgen’.
‘Wat hebben jullie tijdens de ma-mo besproken?’
Er moeten in Nederland en België duizenden bedrijfswoorden en -uitdrukkingen in omloop zijn. Wie er zelf ook voorbeelden van kent, doet me een groot plezier door ze op te schrijven en aan mij toe te sturen. Mijn adres is: Amazonenlaan 39, 5631 KX Eindhoven. E-mail: wtmg@iaehv.nl